Aantekeningen
Het wordt tijd dat men de discussies t.a.v. de persoon van Ezra Pound laat rusten en kennis neemt van zijn werk. Dit wordt bemoeilijkt door de betrekkelijke ontoegankelijkheid ervan, met name de Cantos zouden onleesbaar zijn. Bij nader inzien valt het allemaal wel mee en als men de moeite neemt zijn brieven en essays te lezen, komt men al gauw op het spoor van de verwijzigingen, die hij zonder aankondiging of aantekening in de Cantos geeft.
Dan is er nog de in Nederland niet aanwezige Annotated Index to the Cantos of Ezra Pound (University of California Press, 1959) waarin alle eigennamen, citaten en allusies, voorzover mogelijk, verklaard worden.
Eigenlijk is het tegen de bedoeling van Pound in, die wil dat de lezer zelf actief meeleest en meewerkt, aantekeningen bij zijn werk te geven, maar wat is op het ogenblik belangrijker: dat zijn Cantos gelezen worden of niet.
Daarom een aantal toelichtingen:
in de eerste plaats moet de lezer het ideogram, de noemer, van de Canto achterhalen. Hier zijn verschillende aspecten van het begrip metamorfose aan de orde: de kunstenaar zal uit een chaos van beelden zijn variant moeten destilleren en zo omlijnd mogelijk weergeven; met geweld is dat niet te bereiken, het beeld ontsnapt dan en neemt een andere gedaante aan.
Robert Browning, dichter van o.a. Sordello (1840)
Sordello, Italiaans troubadour, 12-13de eeuw, afkomstig uit Mantua (Mantovana)
So-shu karnde in de zee, volgens de Index een verwijzing naar Chinese dichters: Li Po of Chuang Tzu, van wie dit de Japanse versie zou zijn. Maar: een Indiase legende verhaalt van goden die in de zee karnen om godenspijs te verwerven; in India staat So-shu bekend als wegenbouwer; dit past beter in het ideogram: het streven naar ordening, het verdichten van de chaos.
Lir, een Keltische zeegod, wiens dochters zich o.a. in robben konden veranderen.
Ogen van Picasso, inderdaad een opvallend ‘attribuut’ van de schilder; Cummings b.v. was zeer onder de indruk van zijn glanzend bruine ogen.
Eleanor, Eleanore van Aquitanië, de 12de eeuwse beschermvrouwe van de troubadours, later echtgenote van Hendrik II van Engeland.
helenaus, heleptolis, bijnamen van Helena van Troje (Agamemnon van Aeschylos): vernietigster van schepen en steden.
Schoeney's dochters, Atalanta de dochter van Schoeneus (Ovidius Metamorfosen X 560-707); Pound gebruikt voor dit fragment de vertaling van Arthur Golding en neemt diens spelling over).
Tyro, nimf door Poseidon bemind; Pound geeft haar later de naam Ileuthyeria = vrijheid en vergelijkt haar met Dafne die verandert in een laurier, zoals zij in een koraal.
Het schip landde in Scios, hier begint het verhaal van Acoetes aan koning Pentheus, die hem gevangen heeft, verdacht van Bacchus-sympathieën. Acoetes vertelt hem hoe de kooplieden van zijn schip een dronken jongen wilden ontvoeren, ondanks zijn waarschuwingen. De jongen bleek Bacchus = Lyaeus te zijn, die als straf het schip veranderde in een wijnberg en de boosdoeners in vissen en wouddieren; twee der schurken worden genoemd: Lycabs en Medon; alleen Acoetes blijft gespaard. (Ovidius, Metamorfosen III)
Tiresias, onheilsprofeet verwant aan het vervloekte Thebaanse geslacht van Cadmus. Pentheus, kleinzoon van Cadmus - hij weigerde Dionysos te eren, wordt verscheurd door uitzinnige Bacchanten, onder wie zijn moeder.
Proteus, god van de gedaanteverwisseling (o.a. robben); hij onttrok zich aan zijn verantwoordelijkheden, n.l. als hij voorspellingen moest doen.
Faunen, zij verwijten Proteus zijn onverantwoordelijkheid.
Kikkers, het symbool van de waardevolle metamorfose.
Rein Bloem