chill, Schweitzer, Strawinsky en Bertrand Russell tot de voorgangers van Barth behoorden.
De rechtvaardiging van het beleg rond deze theoloog vindt men in de stelling, dat zijn eigen leer verbiedt zijn politieke uitingen los te maken van zijn theologie. Als de eerste ons dus gevaarlijk lijken, doen we goed over de laatste ook maar te zwijgen. Zijn ‘Verharmlosung des Kommunismus’ moet hem daarom als theoloog aangerekend worden. Het gaat dus niet om theologen, die politiek bedrijven, in het algemeen, het gaat tegen een theoloog, die zo'n politiek bedrijft. Emil Brunner, de tegenvoeter van Barth in een gecompliceerde controverse, die we misschien qua aard ten onzent met die van Romein en Geyl zouden kunnen vergelijken, kan de politiek ook niet met rust laten, maar hij doet dat volgens de Neue Zürcher wel in de goede richting, vooral wat betreft bewapeningszaken. Barth daarentegen is er voortdurend op uit het ‘zelfgenoegzame Westen’ aanstoot te geven, hij ziet in dit ergeren a.h.w. een evangelische plicht en doet het af en toe met onmiskenbaar genoegen.
Elke vorm van geïnstitutionaliseerd of gesettled Christendom wekt zijn toorn, hij spreekt zelfs van het atheïsme van de Christelijke kerken en vindt dat de Christenen in de communistische landen wat dat betreft vóór liggen op hun broeders en zusters in het Westen. Daar in het Oosten immers zal niemand de gepredikte proletarische vorm van samenleving Gods wil of Gods werk noemen. Uiteraard hebben zulk soort opmerkingen de nodige ergernis gewekt; ze waren als zodanig waarschijnlijk ook wel bedoeld. In Zwitserland zelf is de ergernis na Barth's exclamaties steeds het grootst. Op zijn reis door Amerika heeft hij zelf weer vast kunnen stellen, dat men met mensen uit de engere kring rond Kennedy heel wat onbevangener over politiek kan spreken dan zelfs met bepaalde theologische collega's in eigen land. Niemand begreep in Amerika, waarom Oistrach niet mocht optreden en waarom Gollwitzer niet Barth's opvolger mocht zijn.
Zo werkt de nu bijna 77-jarige aarts-rebel Barth weer teruggetrokken in het aartskonservatieve Zwitserland en het zo mogelijk nog konservatievere Bazel aan zijn Kirchliche Dogmatik. Slechts een klein, select deel der Zwitsers hoort hem nog preken, want dat doet hij alleen nog in de gevangenis. Zal de waardering over en weer, van de rebel Barth voor de konformistische Zwitsers en omgekeerd nog eens veranderen? De kans is niet groot. Ze zijn al zo lang zo.