Hollands maandblad tijdschrift voor literatuur en politiek vierde jaargang · nummer 190 · mei 1963
Verkiezingsuitslagen
Het eerste wat opvalt bij de verkiezingsuitslag is dat de kwestie Nieuw-Guinea, het enige belangrijke probleem van de afgelopen parlementaire periode, absoluut geen invloed op de verkiezingen heeft gehad. Wie had gedacht dat een partij als de KVP, waarvan de voormannen als zelfs voor KVP-politici te dom door de mand vielen, er last van zou hebben, dat de A.R. zou profiteren van zijn late verstandige houding, en dat de PvdA als oppositiepartij een absolute meerderheid zou behalen, is bedrogen uitgekomen.
Toch zijn de uitslagen bepaald niet zonder betekenis. Twee zetels meer of minder betekent in Nederland een aardverschuiving, en in dat licht is de uitslag dus bepaald verrassend. Wat is het meest verheugende in de resultaten? Drie dingen zijn er waar we, meen ik, blij om mogen zijn:
1. | De relatief-grote achteruitgang van de PSP. Na de vele ‘Spijs voor Peace’-activiteiten in Engeland, en het toch bepaald niet verminderen van de koude oorlog, was ik eerlijk gezegd voorbereid op een grote overwinning van dit onlustpartijtje. Dat is het dus niet geworden. |
2. | De stevige handhaving van de PvdA, in weerwil van een welvaart zoals we in dit land nog nooit gehad hebben. Een werkelijk verlies van deze partij zou hebben betekend dat het ‘beleid’ De Quay werd voortgezet, met alle desastreuze gevolgen vandien. |
3. | Het succes van de heer Rappard. Ben ik dan voorstander van zijn autocratisch programma? Nee, maar het werd hoog tijd dat de kennelijk in Nederland levende fascismerende krachten een duidelijk verzamelpunt vonden, en niet in KVP en VVD bleven walmen. De verkiezingspropaganda van de verschillende rechtse ultrapartijtjes had een uitgesproken vieze smaak. En het resultaat is dus nogal meegevallen. Er zijn kennelijk nog heel wat Telegraaf-lezers die |
op een ‘fatsoenlijke’ partij stemmen.
Wat te zeggen over het merkwaardige resultaat van de CPN? Niets lijkt me. Alleen is gebleken hoe verkeerd het is om deze partij geen zendtijd toe te wijzen, terwijl allerlei even onsympathieke en even ongevaarlijke partijtjes aan de rechterzijde die wel krijgen. Ik begrijp niet waarom Albert Heijn, Philips, of gewoon Veronica geen politieke partij oprichten om zo gratis televisietijd te krijgen.
Verheugend is ook dat de som van alle ‘christelijke’ zetels weer is teruggelopen. Een zuiver Christelijk kabinet mag nu wel tot in lengte van dagen onmogelijk worden geacht. Of dit nog op tijd is ter redding van het Christelijk geloof weet ik niet.
Het geroezemoes van namen van de toekomstige premier neemt toe. Of het nu Cals wordt of Mansholt, of een ander: het belangrijkste is wat voor beleid we gaan krijgen. Nederland is het gemakkelijkst te regeren land in het heelal.
Buitenlandse politiek hebben we niet. We zitten in de NATO en daar doen we goed aan. We zitten in de EEG, en daar komen we niet onderuit. Binnenlandse problemen zijn er ook niet: geen minderheden, geen werkeloosheid, geen demagogen. Het enige probleem is de woningnood en dat is een kwestie van prioriteiten: Wat is belangrijker: een fiere marine of méér huizen, theologische faculteiten of méér huizen, dividendbelastingverlaging of méér huizen. Het antwoord zou niet moeilijk moeten zijn.
Hoe gemakkelijk het regeren van dit land ook is, De Quay heeft bewezen dat het toch nog verkeerd kan gaan. We hebben geen geniëen nodig, maar gewoon verstandige mensen die, zonder geklets over ‘verdieping van de democratie’ en ‘christelijke politiek’ doen wat gedaan moet worden. De verkiezingsuitslagen zijn hiervoor geen belemmering.
H. Brandt Corstius