Een expert over De Perzen
H. van den Bergh
Niemand zal betwisten dat het artikel van J.P. Guépin in het vorige nummer van het H.M. de degelijkheid zelve was. Desalniettemin stond hij volkomen alleen in zijn afwijzen van de voorstelling van De Perzen onder leiding van Erik Vos. Het Nederlands verzameld recensentendom had zich namelijk, niet op basis van wetenschappelijke onderlegdheid maar op grond van artistieke vervoering, vóór die Aeschylus-voorstelling uitgesproken. We stuiten hier overigens op een veel algemener verschijnsel. Wie eindelijk ergens iets van weet, merkt hoe weinig de anderen er van weten en is geneigd zich daar over op te winden.
Een oude professor die ik van nabij ken, verklaart ook regelmatig dat encyclopedieën en wetenschappelijke publicaties in tijdschriften alleen maar goed lijken, zolang je er niets in tegenkomt dat toevallig tot je eigen terrein behoort. Zo maakt expert zijn ons, in tegenstelling tot wat men geneigd zou zijn te geloven, onbevoegd tot oordelen. Welke Beethoven-specialist is nog te bevredigen op een Beethovenconcert?
Het enige werk dat ik zelf beroepshalve verricht, is het lesgeven in de Nederlandse taal. Toen ik een tijdlang, ziek te bed, een televisierubriek in een dagblad verzorgde was er dan ook geen uitzending die ik zo te vuur en te zwaard heb vervolgd als de Nederlandse taalles die de K.R.O. in die tijd door een Brabants docent liet verzorgen.. ‘Nou wáren die lessen misschien ook wel verwerpelijk,’ zult U mij vriendelijk tegenwerpen. Mijn beste mensen, daar ben ik heilig van overtuigd. - Maar ieder ander die ik sprak vond ze ‘heus wel aardig.’
We moeten niet uit het oog verliezen dat het meeste wat er geproduceerd wordt, (ook op artistiek terrein), geconsumeerd dient te