J. van Rossum
Geboorteregeling
De bisschop van Den Bosch, mgr. W.M. Bekkers, heeft onlangs voor de televisie over geboorteregeling gesproken. Dat geboorteregeling in 99.999 van de 100.000 gevallen op geboortebeperking neerkomt weet de bisschop natuurlijk even goed als u en ik. Niettemin heeft hij er over gesproken. De clou van zijn toespraak kwam hierop neer dat het aan het individuele geweten van de ouders moet worden overgelaten of en hoeveel kinderen zij zullen hebben. Geen enkele instantie, arts, priester of zielzorger heeft zich hiermee te bemoeien. Dit was duidelijk. Over het hoe liet de bisschop zich minder duidelijk uit. Hij legde er de nadruk op dat de periodieke onthouding volgens de methode Knaus-Ogino de volgens de kerk enig toelaatbare methode is, maar liet doorschemeren dat deze ook niet voor 100 procent bevredigend is. En verder maakte hij onderscheid tussen de normen die de kerk stelt en de feitelijke gesteldheid van vele gelovigen, die aan de verwezenlijking van deze normen nog niet toe zijn. De kerk zal deze zwakke broeders en zusters, zo zei de bisschop ongeveer, met begrip en mildheid tegemoet treden. Dat komt dus in de praktijk neer op: bid u 10 vaderonsjes en 10 weesgegroetjes tot uw penitentie, en de zaak is weer gezond. Dat de bisschop van Den Bosch (die ook lid is van een van de concilie-commissies, n.l. die voor de liturgie) met zijn toespraak net tot de rand of zelfs even over de rand is gegaan, is o.a. hieruit gebleken dat de dag daarna een ‘woordvoerder van het Vaticaan’ het nodig heeft geacht wereldkundig te maken, dat mgr. Bekkers natuurlijk alleen maar bedoeld kan hebben, dat periodieke onthouding de enig toelaatbare methode is.
De toespraak van mgr. Bekkers was niet alleen voor rooms-katholieken bedoeld. Anders had de bisschop deze vorm van publikatie niet gekozen. Daarom zij het een buitenstaander vergund enkele opmerkingen te maken. Allereerst deze dat de R.K. Kerk zich ook hier, evenals op andere terreinen, bij de werkelijkheid van het leven begint aan te passen, dat ook onder r.k. gelovigen - zie de zeer snelle daling van de geboortecijfers volgens de statistieken - heel anders is dan de tot heden gangbare rigoristische moraal zou doen vermoeden. Dit zich aanpassen zou een wat meer verheffende indruk maken, indien het gepaard ging met de ruiterlijke erkenning, dat men vroeger in deze zaken wel wat al te rigoristisch is geweest en voor Gods gebod heeft uitgegeven wat in feite geen gebod was. De bisschop verheft nu het geweten tot hoogste gezagsinstantie (zoals Luther deed, toen hij op de rijksdag te Worms zei: het is een mens niet geraden iets tegen het geweten te doen), maar hoeveel duizenden zijn er niet verbrand omdat zij aan hun individuele inzichten tegen de leer en de eisen der kerk in trouw wilden blijven? De Friese Koerier heeft de manier waarop de bisschop de gelovigen naar hun geweten verwezen heeft onbarmhartig genoemd. En terecht. Want wat is het geweten? Dat is ons bewustzijn van wat geoorloofd is en wat niet. Maar dat bewustzijn wordt voor een groot gedeelte gevormd door de opvoeding die we hebben ontvangen, door het geloof, de levensbeschouwing waarin we zijn groot gebracht, en de r.k. gelovigen zijn tot heden toe altijd grootgebracht in de gedachte dat het verwekken van kinderen de enige zin van het huwelijk en het enige doel van de sexuele gemeenschap is. En als men deze mensen nu plotseling naar hun geweten verwijst, wat moet dat geweten hun dan zeggen? Dit apparaat in hun binnenste, dat eeuwen lang door de kerk is bepaald, wijst niet maar zo opeens in de goede richting.