Tentoonstellingen
Sandbergs weggaan heeft het amsterdams Stedelijk Museum een aardige aanwinst opgeleverd. Appel, Corneille, Lataster, Couzijn, Lipchitz, Moore, Zadkine en vele andere kunstenaars, hebben de scheidende directeur zaterdag een Geschenk aangeboden, d.w.z. gezamenlijk een collectie (één-werk-de-man), die door hem weer aan het museum is ‘door’-geschonken. Tegelijkertijd verscheen een boek waarin alle werken zijn gereproduceerd. Het Geschenk, de collectie Sandberg, een indrukwekkend allegaartje, wordt tot 4 februari tentoongesteld. Het Prentenkabinet van het Rijksmuseum laat tot 15 februari een keus zien uit hetgeen dit jaar werd aangekocht. Ook hier vindt men de meest uiteenlopende stijlen en kunstenaars vertegenwoordigd, van de 15de tot de 20ste eeuw, en dat is al aantrekkelijk op zichzelf. De tekeningen zijn overigens van wat mindere kwaliteit dan de prenten, en in het algemeen minder imponerend dan wat we van vorige jaren gewoon zijn. Het hoofdstedelijke museum Fodor moet men niet nalaten te bezoeken voor de adynamische werken van de dynamiek-verwerpers en saaiheidaanbidders Ger van Elk, Bob Wesdorp en Wim Schippers (deze laatste zegt: ‘Prachtig is: de egalisering, polijsting en kleuring van een fink stuk aardoppervlak. De geeuwverwekkende constructie. De ware saaiheid, waarachtige oninteressantie, sfeerloosheid’). Te zien zijn: dorre constructies, doffe kitsch, suffe tekeningen en collages, genivelleerde schilderstukken en een zaal vol glazig glas: tot 7 januari.
Het Aartsbisschoppelijk Museum te utrecht exposeert tot begin februari zijn volledige - te weinig bekende - verzameling beeldhouwwerken. Dat is niet weinig. De prachtige, wetenschappelijke catalogus die het museum liet verschijnen (een voorbeeld voor andere musea) telt niet minder dan 433 nummers. Nummer 433 is een bronzen pietà van Zadkine uit 1955, nummer 1 een vroeg-negende eeuwse kelk van ivoor. Catalogusnummer 2 is vooral een kostbaar bezit; het is een zogenaamde Hodegetria (Maria met Kind), een Byzantijns ivoren relief uit omstreeks 1000. Een belangrijk deel van de tentoonstelling wordt ingenomen door houten beelden uit de 15de en 16de eeuw. Het Gemeentemuseum van arnhem vervolgens, heeft de goede gedachte gehad om de ongewone, boeiende figuur van Dick Ket (1902-1940) te belichten. Op de expositie die tot 17 februari wordt gehouden, zijn zeventig schilderijen en ruim tachtig tekeningen bijeengebracht van deze netgéén-magische-realist, die het versleten begrip ‘natuurgetrouwheid’ beslist een nieuwe inhoud heeft gegeven. Tenslotte biedt het Museum Boymans- Van Beuningen te rotterdam een overzicht van het werk van Nanninga (tot 27 januari) en toont het Provinciaal Noordbrabants Museum in den bosch ‘Hoogtepunten uit het Gronings expressionisme’ (tot de 27ste van deze maand).
E. de J.