Operatie ‘Fallex II’
De Nederlandse pers heeft aan de affaire van het Hamburgse weekblad Der Spiegel betrekkelijk veel aandacht gewijd. Maar waar de tegen het blad gerichte beschuldiging van landverraad eigenlijk precies op steunde, bleef voor de Nederlandse lezers tamelijk in het duister. Een correspondent van De Volkskrant was, voorzover we hebben kunnen nagaan, de enige, die aan de uitvoerige beschrijving (17 pagina's) van Der Spiegel, enkele sprekende bijzonderheden betreffende de in september j.l. gehouden NATO-oefening ‘Fallex II’, ontleende.
Men kan de voorzichtigheid der andere Nederlandse dagbladcorrespondenten best begrijpen, men is in de Bondsrepubliek gauw bij de hand met de beschuldiging van ‘landsverraderlijke publikatie van militaire geheimen’, men zit daar als journalist blijkbaar zó in het schuurtje of wordt het land uitgezet.
Volgens bovengenoemde Volkskrant-correspondent (de Volkskrant, 29-10-'62) gingen de Atlantische stafofficieren bij de desbetreffende geheime oefening er van uit, dat de Russen een wereldoorlog hadden ontketend met atoomaanvallen op een Duits vliegveld en op lucht- en raketbases in de Verenigde Staten, Engeland, Italië en Turkije. En de correspondent vatte de onthullingen van Der Spiegel als volgt samen:
‘Na enkele dagen waren grote delen van Engeland en de Bondsrepubliek volkomen verwoest. In de beide landen waren 10 tot 15 millioen doden. In Amerika, door hellebommen geteisterd, waren de verliezen nóg groter.
Een onvoorstelbare vluchtelingenchaos belemmerde de opmars der Rode Legers. Toch konden de Russen in Noord-Duitsland grote terreinwinst maken wegens gebrek aan NATO-troepen. Hamburg werd niet verdedigd.
De voorbereidingen van de Westduitse regering bleken absoluut onvoldoende. De gezondheidsdienst stortte het eerst ineen. Gebrek aan artsen en medicamenten. Ook de levensmiddelenvoorziening faalde.
De vitale bedrijven en het verkeer konden niet in stand worden gehouden, de luchtbescherming was beneden alle peil, een regeling van de vluchtelingenstroom bleek onuitvoerbaar. De telefoon- en telegraafverbindingen vielen na korte tijd uit.
De regeringsleiders, de ambtenaren en de andere waarnemers, die de oefeningen bijwoonden waren verbijsterd. Minister Höcherl verklaarde: ‘In de tegenwoordige omstandigheden heeft vrijwel niemand een kans.’
Ook op de leek in militaire aangelegenheden maakt bovenstaande beschrijving een alleszins realistische indruk. Men kan zich dan ook gemakkelijk voorstellen, dat de NATO-