een speciaal onderwerp, hetgeen trouwens essentiëel voor de aantrekkelijkheid mag worden geacht. Dit jaar was dat onderwerp ‘Print round the clock’ en onder dezelfde titel wordt op het ogenblik in het Amsterdamse Stedelijk Museum een tentoonstelling van grafisch werk gehouden, afkomstig van de leden van de ‘AGI’ - Alliance Graphique International, een club van ongeveer zeventig grafische ontwerpers uit alle mogelijke landen. Verschillende leden van de AGI hebben trouwens aan dit Kerstnummer van het Drukkersweekblad/ Autolijn meegewerkt. De idee ‘print round the clock’ is aldus uitgewerkt, dat men de dag van 's morgens vroeg om zes uur tot middernacht beziet en telkens op enkele bladzijden in veelkleurige reproduktie verbeeldt wat er op een bepaald tijdstip van de dag aan de hand is. Alzo ziet ge om 10 uur een stel vrouwen, nauwelijks uitgeslapen op weg naar de markt om boodschappen te doen en om 12 uur een broodkorf op een reftertafel in een abdij. Nadat de middag min of meer gewijd is aan toerisme en museumbezoek, is de avond overwegend in het teken van het uitgaan gesteld en om 12 uur 's nachts eindigt de reportage met een flesje ‘fruit salt’, waarmede de dag ook - als zuiveringszout - is begonnen.
Er zitten verrassend aardige vondsten in terzake van de reproduktie van al dat drukwerk, dat de mens de hele dag moet verwerken, in alle mogelijke vormen, hoewel de wikkels er heel wat beter afkomen dan de kranten, want daar hadden de ontwerpers het kennelijk niet erg op. Het hele nummer is eigenlijk één grote reproduktie geworden van het al dan niet geslaagde commerciële drukwerk. De slagzin ‘Geen uur zonder drukwerk’ is vooral verwezenlijkt in de relatie van het drukwerk tot het produkt. De toch niet onbelangrijke relatie van het drukwerk tot het denken is niet ter sprake gebracht, zelfs het boek als eenvoudig fenomeen staat volslagen op de achtergrond. De grafische ontwerper werkt blijkbaar overwegend voor de industrie, voor het daarvan overwegend voor directe consumptie geschikte produkt. Een beknopte ‘verbindende tekst’ tracht de reprodukties nog enigszins aan elkaar te rijgen, maar staat toch eigenlijk los van de beelden en overwegend tot de klokgetallen in relatie.
Onnodig te vermelden, dat uit een oogpunt van druktechniek en reproduktiecapaciteiten het Kerstnummer van het Drukkersweekblad op hoog peil staat; zelfs is hier - vermoedelijk door de actieve deelneming van zoveel vaktechnisch-bekwame ontwerpers - in de reeks van Kerstnummers der laatste jaren een nieuw hoogtepunt bereikt. Qua compositie en ontwerp-werk is het een boeiend, verrassend en vaak geraffineerd geheel. Het was bij wijze van steekproef verrassend om in een grote grafische onderneming aan de hand van dit drukwerk gemakkelijk te kunnen vaststellen, dat vooral onder de jongeren de meest begaafden en toegewijden er verrukt van waren. Om de techniek en om de stijl, dus om de vorm. Dat die vorm nauwelijks inhoud voorstelde, ontging de meesten en is kennelijk ook de samenstellers ontgaan. Het leven is nog iets ànders dan drukwerk lezen bij het inkopen doen en tijdens het bier drinken in de avonduren.
Het was zulk een bijzonder aardig uitgangspunt, dit ‘print round the clock’, maar zelfs deze goede ontwerpers hebben geen andere mogelijkheid gezien dan het te vercommercialiseren. Wellicht klink enig inzicht omtrent het tekort door bij de opening van de tentoonstelling toen één der grafici zeide: ‘Het liefst hadden we alles, wat we gemaakt hebben, op een hoop gegooid, maar op die manier kun je natuurlijk geen expositie inrichten’.
De positieve ontdekking in dit Kerstnummer van Drukkersweekblad/ Autolijn is dan per saldo de inhoudsloosheid van deze tijd. Men klampt zich vast aan de materie, aan de economie, aan het industriële produkt. Gaat iemand dan na in hoeverre alles wat hier afgebeeld is, essentiëel is voor de menselijke existentie, dan wordt dat een verrassend magere statistiek. De hele ‘affluent society’ komt hier schreeuwend op u af en voor wie er over nadenkt krijgt die hele complexe menselijke activiteit een groot vraagteken.
De traditie van ‘kerstnummers’ is trouwens van een hypocriete onwaarachtigheid in een samenleving waarin, wat haar feitelijke inrichting betreft, het christendom bestaat uit wat kerkgebouwen en een aantal maatschappelijke beletselen met zuilen. Van de brave middenstandse drukkerspatroons mocht geen breuk met de vrome traditie worden verwacht en zij wijdden dan ook de eerste paar bladzijden aan wat bijbelteksten, waarna vlug het leven zijn loop hernam met de negotie. Aan het einde van dit moeilijke en soms wat verontrustende jaar hadden de verspreiders van het gedrukte woord geen andere boodschap dan die van de business. Het Woord dat in den beginne was, is nog slechts een referentie op een ponskaart, een gebruiksaanwijzing voor zuiveringszout.