Lachize in L'Humanité: ‘De uitdrukking: zich tranen lachen, is nog nooit zo goed van toepassing geweest als op deze film...’
U ziet, een roerende eensgezindheid. Wat is daar nu van waar? Voor ons Nederlanders niets. Althans heel weinig. Ik herinner me bij Bunuels meesterwerk
Viridiana achter een viertal Spanjaarden te hebben gezeten die als enigen in de zaal een onbedaarlijk plezier hadden tijdens de schranspartij van de bedelaars in het huis van hun weldoenster. Noch wat er gebeurde (iedereen in de zaal vond dit bijzonder pijnlijk, ieders hart kromp, bij het zien van de verwoestingen die werden aangericht, bij wijze van spreken in elkaar), noch wat er kennelijk gezegd werd blijkens de onderschriften, gaf ook maar enige reden tot vrolijkheid, althans in onze ogen. De Spanjaarden echter lachten zo onbedaarlijk, dat het tenslotte gênant werd. Als we nu nagaan wat de vrolijkheid van de aan Spanjaarden grenzende Fransen kan hebben gaande gemaakt, dan denken we in de eerste plaats aan het langdurige gesol van de huisknecht met de verlamde en imbeciele zoon van de gravin. De onnozele streelt een kreeft en zegt: Lief beestje!, de huisknecht zet z'n hoed op het hoofd
van de man bij wijze van kapstok, en ga zo maar door. Ik moet de Nederlandse bioscoopzaal nog zien die daarvoor in schateren uitbarst. Is het onze Engelse huiver die zegt: ‘It's not done!’, is het onze hekel aan ‘orde’-verstoring, of alleen maar een groter gevoel voor fatsoen die ons belet hierom te ‘lachen, lachen, lachen’? De derde mogelijkheid, dat we gewoon niet lachen omdat het hier niet zo'n goede film betreft waarom niet zo hard gelachen hoeft te worden, mag ook niet uitgeschakeld worden gezien de dubbele Franse verwijzing naar
Noblesse Oblige. In alle objectiviteit immers kan men vaststellen dat
Het Wagentje zelfs niet in de verste verte iets met
Noblesse Oblige te maken heeft. Weliswaar worden op de valreep enkele mensen op sullige manier vergiftigd door de ouwe, maar hij doet dat niet uit scherpzinnige, koele berekening, maar zomaar, omdat het op een gegeven moment in zijn aderverkalkte hoofd opkwam. De intentie, de uitvoering en het resultaat zijn zo verschillend, dat iedere reminiscentie aan
Noblesse Oblige (waarin Alec Guiness acht maal vermoord wordt) moet worden vermeden.
N.S.