zijden schrijven als hij het niet in theorie over de liefde heeft.
Een sensatie veroorzaakte Anne Huré door wegens poging tot diefstal het gevang in te gaan enige maanden nadat haar boek Les deux moniales, (Julliard) de aandacht had getrokken. Desgevraagd verklaarde zij: ‘Quand on a besoin d'argent, qu'on doit 50.000 anciens francs au directeur de son hôtel, il faut bien en trouver. J'ai horreur de taper mes amis. Je me peux tout de même pas voler les gens que je connais! Alors il reste ceux que je ne connais pas’. En verder: ‘Ma carrière littéraire est terminée. Je ne veux pas d'une publicité à la Jean Genêt... Celle d'Oscar Wilde me gênerait moins... Pour les gens, les histoires d'argent sont les plus déshonorantes, tout le monde le sait, c'est le délit majeur, le délit contre le symbole social...’ Anne Huré heeft vooralsnog teveel humor om als romancière maudite te kunnen optreden; haar boek heeft overigens kwaliteiten: geestelijke conflicten in een Benedictijns vrouwenklooster worden met scherpe blik bekeken, in de Bernanos- en Montherlant-traditie. Les deux moniales staat nu candidaat voor de Goncourt.
De mooiste roman van het jaar was voor mij: F.R. Bastide: La vie rêvée (Seuil). Bastide is iemand die schrijft vanuit een denken gevoelswereld waar iedere intellectueel jaloers op kan zijn. Bovendien heeft hij zoveel macht over de taal dat het zelfs een genot is zijn natuurbeschrijvingen te lezen.
In de Schwarz-Barth-traditie veroverde het boek van Pjotr Rawicz: Le sang et la boue (Gallimard) een grote reputatie.
De nouveau roman leverde drie geschriften.
Claude Simon publiceerde Le Palace (Minuit): de Spaanse burgeroorlog gezien vanuit het luxehotel waar men is ingekwartierd. Voor lezers een uiterst deprimerende omgeving.
Michel Butor beschreef de Verenigde Staten anders: Mobile (Gallimard); een combinatie van lengte- en dwarsdoorsnee. Het geeft een soort dieper liggende aardrijkskunde en geschiedenis: via de documenten, om het even of dit nu negergebeden zijn of de fauna van een bepaald gebied. Wel een produkt van een nouveau-roman-brein: het zoekt niet de kern maar suggereert de volledigheid. Als proeve niet zo gek.
Marguerite Duras: L'après-midi de M. Andesmas (Gallimard) is m.i. een réussite, omdat de auteur blijkbaar een moeilijk gegeven aan kon (het leren sterven), omdat er een harmonie bereikt wordt tussen doel en middelen, omdat de nouveau roman ons kennelijk aan een nieuwe manier van condenseren kan helpen.
Als literair verantwoord leesvoer worden aangeprezen: M. Mohrt La prison maritime (Gallimard), omdat het aansluit bij een solide vertel-traditie, en Robert Merle, L'Ile (Gallimard), een boek dat reminiscenties wekt aan Golding.
Ook Raymond Queneau heeft tegenwoordig zijn exegeten; o.a. verscheen bij Julliard: Queneau déchiffré, van Claude Simonnet. Tegelijkertijd publiceerde Queneau zelf opnieuw bij Gallimard de vlak na de oorlog onder pseudoniem uitgegeven Oeuvres complètes de Sally Mara. Het schrijven van erotisch getint werk vervult in Frankrijk min of meer dezelfde functie als het vervaardigen van detectives voor Engelse hoogleraren, die het moeilijk hebben met hun enkelvoudige status. ‘Sally Mara’ is wat men geloof ik, een boertig werk noemt; een goed boek volgens de criteria van Albérès, die verderop ter sprake komt: het werd met plezier gelezen door iemand die niet van het genre houdt. De Ierse ‘Sally Mara’ is een zusje van Zazie. Maar lijkt ze aanvankelijk slechts een opgezette variatie, blijvend is de herinnering aan haar spattende vitaliteit.
Op toneelgebied publiceerden de experimentele Arrabal: Théâtre (Julliard, twee delen), wiens blasfemie en sadisme mij nogal kinderlijk leken. Hij wordt in Duitsland veel gespeeld. En Brice Parrain: Noir sur Blanc (Gallimard). Parrain, die eigenlijk filosoof is, schreef de geschiedenis van een man die nu wel eens zwart op wit wil zien hoe de dingen in elkaar zitten in het leven. Dit toneel is experimenteel qua inhoud, niet qua