Congres met Engelse historici
F.W.N. Hugenholtz
In HW van 6 september 1961 schreef ik naar aanleiding van de verschijning van het boek Britain and the Netherlands over ‘een congres dat zin had’. Ik doelde op een congres van Engelse en Nederlandse historici, gehouden in januari 1959 in Oxford. Zojuist heeft een tweede dergelijk congres plaats gehad, nu in Nederland en wel in Utrecht, en het is goed er te dezer plaatse enige impressies van te geven, al was het alleen maar om duidelijk te maken dat Nederlandse historici niet alleen met Duitsers confereren (zie commentaar van M.C.B. in HW van 3 oktober j.l., waarop ik overigens niets aan te merken heb).
Meer dan een enkele indruk kan ik niet geven; misschien is er later gelegenheid op de zaak terug te komen, wanneer, zoals in de bedoeling ligt, ook dit congres in een boekwerk zal zijn geresulteerd.
Wat allereerst opvalt is dat het zo lang heeft moeten duren voor er een min of meer officieel en geregeld contact tussen Engelse en Nederlandse historici tot stand kwam. Op de tot dusver gehouden congressen is gebleken dat op vele terreinen een grote verwantschap bestaat: in wetenschap en in sociaal verkeer is het bijzonder gemakkelijk contact te krijgen. Velen onzer waren eigenlijk verrast hoe eenvoudig het was met de gasten tot een goed gesprek te komen over zaken ook buiten de wetenschap, een ervaring die men zelden tijdens een congres opdoet. Van het begin af aan was het duidelijk dat men elkaar lag, hetgeen de sfeer tijdens werkvergadering, excursie en borreluur al buitengewoon prettig maakte.
De Engelsen waren inzoverre geselecteerd, dat zij ofwel direct belang stelden in Nederlandse geschiedenis ofwel bezig waren met vraagstukken uit hun eigen historie, die grote verwantschap met Nederlandse historische problemen vertonen. Hun passieve, maar van sommigen ook actieve, beheersing van het Nederlands was verrassend; een enkele Engelsman strooide kwistig met citaten uit ons bloemrijk zeventiende-eeuws, een ander verbaasde me door, na twee dagen uitsluitend Oxford-Engels te hebben gesproken, plotseling te weigeren nog iets anders te gebruiken dan een keurig Nederlands; hij bleek zelfs gesprekken tussen Nederlanders onderling te kunnen volgen, wat je toch even een schok geeft.
Het was de organisatoren vrijwel gelukt