Hollands Weekblad. Jaargang 4(1962-1963)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] F. Sivry Tweelingen Paljas, het late uur komt vroeger dan wij dachten. Is er iets? Ik verwacht bezoek. Geef mij de veren van mijn hoed, de biezen van mijn broek, het rode krijt, de witte kalk. Kruip tegen mij aan om de vloed te weerstaan. Paljas, de deur gaat open. Hij haalt ons door elkaar, ook na het doorknippen der linten. Kom, wij dansen niet meer als vroeger, maar toch, waar zijn de houten pauken? Het bezoek loopt op de trap. De maan kraakt in haar laatst kwartier. Vulgarisatie Begroeid met eruditie die in zijn graf verkommert, in het donker, de kou; Grotius in de boekenkist. Maar wij leven niet voor later, voor het planken wanbuis onder de grond, zonder hangertjes, zonder bretels, zonder sigaret in de mond. Wie de schoen past, maar niemand loopt op blote voeten; wie het laatst lacht, maar niemand loopt op laatste benen; wie te laat komt, is te vroeg voor de tweede voorstelling. Zeker, zeker, u redt het nog wel, en anders redden wij een ander, maar doorgaans, ach. Waar hij ook staat of ligt, gezicht of geen gezicht, dit is het enige gedicht. Vorige Volgende