Korte commentaren
Rijp voor ontbinding?
De onoprechtheid, waarmee het kabinet het akkoord over Nieuw-Guinea heeft verdedigd en waarmee de regeringspartijen dit akkoord hebben goedgekeurd, is uniek in de parlementaire geschiedenis.
Een kabinet, dat bij monde van de minister-president en de minister van buitenlandse zaken zo bitter weinig vertrouwen toonde in de eigen zaak, had de verantwoordelijkheid bij voorbaat niet mogen aanvaarden.
De regeringspartijen, die zich nu dekten met het doorzichtige schild van overmacht, Amerikaans verraad en de onmisbare Russische wapens, hadden het akkoord moeten verwerpen en het kabinet tot aftreden moeten dwingen. Maar zo kritiekloos als deze partijen (behalve aanvankelijk de A.R.P.) het kabinet bij alle Nieuw-Guineadebatten hebben gevolgd, zo droevig hebben zij hun serviele rolletjes gespeeld in de laatste akte van het treurspel. Als enig excuus kan men aanvoeren, dat krokodillentranen over de arme Papoea's hun blik hadden vertroebeld.
De modderstralen, die door de politieke en journalistieke putjesreinigers op de socialisten werden gericht, zouden nuttiger zijn geweest voor de K.V.P., de V.V.D. en de C.H.U., die zich op een dubbelzinnige, bijna laffe manier van de kwestie hebben afgemaakt en niet de logische consequentie hebben durven trekken uit hun houding van het afgelopen jaar. Mr. Van Rijckevorsel, die nu eindelijk eens niet in het Gebouw van K. en W. de menigte in extase bracht, maar werkelijk in zijn eigen Kamer sprak (mèt permissie van De Kort) had gelijk: er zijn wel eens crises geweest over minder ernstige zaken.
Dit kabinet is geklonken aan de zetels. Of men nu om materiële redenen minister wil blijven of uit een diep plichtsbesef, zal ik buiten beschouwing laten, maar wonderlijk is het dat men zo vaak in het openbaar schermt met het woord ‘aftreden’ en die consequentie toch nooit durft aanvaarden.
Nog een inconsequentie: alle Kamerleden van de V.V.D. die indertijd de verklaring van het Comité Zelfbeschikking hebben ondertekend, waarin men stelling nam tegen een overdracht aan Indonesië, hebben verleden week hun stem niet doen horen. Dat is vals spel. Wanneer men als Kamerlid meedoet aan een buitenparlementaire actie, wekt men verwachtingen en moet men ook in het parlement duidelijk positie kiezen. Meulink,