Naschrift
In mijn artikel over Finlands moeilijke vrijheid gaf ik een zo kort mogelijk overzicht van de moeilijke situatie, waarin Finland zich na het opgeven van de strijd tegen de Sowjet-Unie (september 1944) bevond. Alleen een scherpslijperig criticus zal mij achteraf verwijten, dat ik wat betreft Porkkala onvolledig ben geweest.
Was deze basis niet hermetisch gesloten? De 7250 inwoners, voor het merendeel boeren en vissers, moesten het Porkkala-gebied (900 vierkante kilometer) in het najaar van 1944 op stel en sprong verlaten. De Russen legden rondom het terrein een prikkeldraadversperring aan van twee meter hoogte en drie rijen dik. Achter deze afrastering bevond zich een strook rul zand, die in breedte varieerde van 50 tot 200 meter. Elke morgen werd het zand geharkt, zodat voetafdrukken altijd ontdekt zouden worden. Bovendien was de strook voorzien van landmijnen. Rode Legersoldaten patrouilleerden dag en nacht met bloedhonden langs een pad, dat achter de zandstrook was aangelegd. Ook stonden op regelmatige afstanden van elkaar uitkijktorens, bewapend met verdragende mitrailleurs. De strook zee voor Porkkala was voor alle gewone scheepvaart gesloten. ‘Er kon geen Fin in en wat misschien ook wel zo belangrijk was, er kon geen Rus uit’ vertelde mij een Fin, die in het gebied van Porkkala woont.
Begin 1956 mochten de Finnen het gebied binnentrekken. De Russen waren in december 1955 vertrokken. Een Fins militair deskundige zei mij, dat zich minstens 40.000 Russische militairen in Porkkala hebben bevonden. Naar zijn mening was elke vierkante meter een basis. Dwars door het gebied hebben de Russen een weg aangelegd ten behoeve van hun zware geschut en loodzware tanks. Deze weg ligt er nog steeds en wordt door de Finnen de Kabanow-boulevard genoemd. Kabanow was de laatste Russische commandant van Porkkala.
Eerst omstreeks 1953 mocht de trein - volledig geblindeerd en met Russische schildwachten in de wagons - op het traject Helsinki-Turku door het gebied van Porkkala rijden. Dat een Nederlands spionnetje, kijkend door het wc-raampje, toen niets zag, zegt mij niets. Onze roemruchtige natie heeft nog nooit een intelligente spion voortgebracht.
De briefschrijver weet precies waarom de Russen Finland niet inslikken, zoals hij het zo fraai noemt. Op het Finse ministerie van buitenlandse zaken heb ik enige goede vrienden, voor wie het probleem wat minder eenvoudig is. Zij hebben er dan ook dagelijks mee te maken. Ik zal hun B.C.'s betoogje doorgeven. Wellicht valt nu een pak van hun hart en behoeven zij zich ook geen zorgen meer te maken over Finlands toekomstige relatie tot de EEG.
En wat het jeugdfestival betreft: in het algemeen heeft de Finse bevolking zich gedragen zoals verwacht werd: met ijskoude correctheid. De Finse kranten, met uitzondering van het communistische dagblad, hebben het festival volkomen doodgezwegen. Festivalmanifestaties, die op de straten van Helsinki plaats vonden, werden niet verstoord. Ook waren er geen anti-communistische betogingen door serieuze Finnen. Zij deden het beter: voor de festivalbezoekers maakten ze dagelijks een in 't Engels gesteld krantje, zonder propaganda, maar met echt nieuws, onder andere over de nieuwe Russische kernproeven. Er waren wel enige relletjes op de manier der fascisten. Terecht schamen de Finnen zich over het gedrag van een aantal nozems uit Helsinki, die helaas maar al te vaak werden aangemoedigd door niet-Finse anti-communisten en koude-oorlogexperts. Ze kunnen maar beter gaan voetballen.
H. Gerwig