te lijf gaat, een verhouding waarop Charles zijn hele politieke stellingname baseert, en meer dan dat. Het zijn ook voorbeelden van de neiging hard terug te schreeuwen.
Het fascisme dat Charles bestrijdt is niet beperkt tot dat van Mussolini. Het is het fascisme avant la lettre, dat in alle tijden gekenmerkt wordt door ‘a. de verheugenis in gewelddadige machtsuitoefening; b. ter bevestiging of verovering van een materiële positie boven anderen; c. welke anderen per definitie inferieur heten aan de soort of de familie van de “superieure held”’. Het is een omschrijving van het kwaad, geperst in één woord, en daarom zijn goede fascisten per definitie ondenkbaar - maar het lijkt me niet de omschrijving van alle kwaad. Charles wijst vanuit deze definitie meteen op de correlatie tussen agressie en kapitalisme, maar laat men in faktor b het materiële element weg, dan is het mogelijk om eventueel te wijzen op de verbinding tussen bekeringsdrang en heerszucht, die geen haar beter is, ook niet in uitgangspunt. Maar Charles is geneigd in de eerste plaats de fouten in het eigen kamp te zien en fascisme komt in het oosten niet voor, hoewel, zoals gezegd, ook volgens Charles de strijdmethoden bar weinig verschillen. Communisten zijn principiële anti-fascisten, maar ‘in het bevrijdende zuiveringszout van de idealistische vernieuwers blijkt dezelfde agressiviteit te zitten als in de champagne van de empirebuilders van de haneverenjonkers’.
Leidt deze kritiek van iemand die geen communist is en geen pacifist, die zuiveringszout bedorven vindt en het kapitalisme agressief, nu tot neutralisme? Neen, zegt Charles, want dat is de kool en de geit sparen en ik houd juist niet van rotte kool en stinkende geiten. En hier beginnen de moeilijkheden. Want dit anti-neutralisme leidt Charles de derde weg op, of, zoals hij het zelf noemt, tot het innemen van een derde positie ‘aan beide tegenstanders tegengesteld’. Wij weten dus waar hij staat
en kunnen van zijn kritiek kennisnemen. In zijn positie gebruikt hij die kritiek echter niet alleen om ons op onze fouten te wijzen ter verbetering, maar ook om de fouten van de andere partij te evenaren. Dat is dan geen neutralisme, maar het is iets anders dan eensgezindheid. Het lijkt me ook een verschil ten opzichte van
Volg het spoor terug, waar Charles
binnen het eigen kamp probeerde te zuiveren, een werkzaamheid die hij met dezelfde woede nu op zijn koude front blijft beoefenen, maar die vertroebeld wordt door de situatie oost-west. De zuivering wordt gebruikt voor de vertroebeling, maar Charles ziet dit precies andersom, Er komt een derde oorlog, zo redeneert hij, en die staat in lijnrechte relatie met de tweede - wie dat niet wil inzien is dom of kwaadwillig of beide. En die oorlog komt door het fascistische gevaar in de Bondsrepubliek, dat zich dan alsnog schijnbaar zal kunnen rechtvaardigen; de generaals van Hitler in de Nato, de Sonnemannen en de Fränkels en iedereen die in het westen
dit bondgenootschap tegen de Russen steunt.
De waakzaamheid van Charles levert felle opstellen of, waarvan het vonnis over het katholieke Nederlandse soldatenblad Salvo, getiteld ‘Thanatische zinnelijkheid’ een meesterstuk is. Systematisch wordt optreden en rechtvaardiging van figuren als Badings, Stuiveling, Hirschfeld ontrafeld.
Maar zodra de zuivering gebruikt wordt ter adstructie van zijn idee dat het westen de oorlog zal beginnen, overheerst het standpunt de argumentatie. Het Duitse gevaar is: de ontvankelijkheid voor militarisme en nationalisme, en dat is een essentiële dreiging. De Oostduitse en Russische angst daarvoor is ook essentieel, het communisme in Oost-Duitsland is een reactie op oud- en neonazisme. Dat zal het oordeel van de vluchtelingen en de mensen van de 17e juni ook wel zijn. Adenauer moet verdacht gemaakt worden, want hij is de representant van Duitsland = West-Duitsland = een fascisme: ‘formeer mij vandaag nog een representatieve groep van de vijanden van het verzet, hen die zich “bovengrondse verzetters” noemen, ik voorspel dat 95% daarvan Adenauer liefheeft’. En: Pieck's presidentschap heeft evenveel te maken met het feit dat hij verbannen werd als Adenauers positie met het feit dat hij niet verbannen werd. Ondanks de smerige insinuaties van A. tegen Brandt is dit onwaar, evenmin als Pieck president werd ómdat hij verbannen is: alleen een communist wordt nu eenmaal president van de oostzone.