Ik verklaar mij daarop gaarne bereid deze opdracht uit te voeren, noteer de plaats waar ik heen moet en ga naar huis. Daar tref ik met grote zorgvuldigheid mijn voorbereidingen. Moet er gelopen worden dan wordt de rugzak gepakt: tent, slaapzak, regenkleding, verschoning, leesboek, kompas, kaarten. Wordt het een autoreis, dan gaat dat ook allemaal mee, want je weet nooit. Nauwelijks ben ik op de grote weg of de last des levens valt van mij af. Das Rad des Ixion steht still. Vermoeid, vermagerd, maar in diepe tevredenheid gehuld kom ik enige weken later terug.
Mijn grote moeilijkheid bij dit visioen is dat ik geen flauw idee heb hoe het ooit voor iemand ter wereld zin zou kunnen hebben mij een grote bruine envelop van de ene plaats naar de andere te laten brengen. Hoe je het ook bekijkt, het kan beter per post, dat is veiliger, vlugger, goedkoper en discreter. Dat is een zwak punt, want het is voor mijn visioen beslist nodig dat mijn missie een nuttig doel heeft, en niet bestaat in het Nederland vertegenwoordigen op een unesco-conferentie of in het Komitet slavistor, deelnemen aan een congres of advies geven over het onderwijs in Oeroendi of Pakistan - allemaal dingen waarvan ik vermoed dat de nuttigheid alleen bestaat in het afwisseling en bezigheid verschaffen aan mensen (F.B., P.J.K.) van wie ik vermoed dat ze verder nergens voor te gebruiken zijn.
Nee, ik wil op reis met het duidelijke besef dat het doel van serieuze aard is en mijn werk door mijn opdrachtgevers gewaardeerd wordt. Ze hoeven helemaal niet wild enthousiast te zijn en te juichen dat Reve helemaal naar Aix-en-Provence en terug geweest is en onderweg niets heeft weggemaakt. Zolang ze er maar op rekenen dat ik mijn taak naar behoren vervul en na afloop tevreden zijn ben ik ook tevreden. De beloning doet er niet toe. Ik wil desnoods een bedrag in geld aanvaarden waar ik niet om gevraagd heb doch waarvan ik het verkrijgen ook niet heb tegengewerkt, maar misschien ook wijs ik zelfs een vergoeding van de onkosten (levensmiddelen, benzine) van de hand.
De opdracht moet wel zo zijn dat ik alleen reis of in gezelschap van mensen die ik zelf kies - geen treinen, bussen, schepen of vliegtuigen. Schepen vallen trouwens uit omdat ik altijd de eerste aan boord ben die zeeziek word. Hiermee vervallen dus de interessante mogelijkheden van een eenzame zeiltocht à la kapitein Rob, Kontikireizen per vlot etc. Het hoeft geen automobiel te zijn. Ik wil ook te voet, te paard, per ezel gaan. In die gevallen moet het een parcours betreffen dat niet per auto is af te leggen. De plaats van bestemming kan eigenlijk niet ver genoeg weg zijn: Santander, Helsinki, Omsk, Sparta, Timboektoe desnoods. Wat zeg ik: met het grootste genoegen zou ik dwars door Afrika trekken als dat gearrangeerd kon worden. Het liefst zou ik misschien nog lopen door terrein waar nauwelijks mensen wonen.
Er hoeft aan zulk een tocht geen gevaar verbonden te zijn, noch zijn ontberingen noodzakelijk. Maar ik wil desnoods lopen met twaalf kilo op mijn rug, slecht weer hebben, slapen onder onconfortabele omstandigheden, honger en dorst lijden, en door gebied trekken waar niemand mij vindt als ik een been breek.
Het tragische in mijn geval is dat de ingrediënten voor dit ‘goede leven’ bijna allemaal voor het grijpen liggen. Mijn beroep verschaft mij een vacantie van zes maanden per jaar, waar ik best twee of drie weken af kan nemen om mij te ontspannen. Parcoursen als boven omschreven - Santander, Helsinki, Omsk, Sparta, Timboektoe - kan men bijna ad libitum uitzetten, en mijn manier van reizen is goedkoop. Toch zal mijn droom nimmer werkelijkheid kunnen worden, want de opdracht ontbreekt, en zonder opdracht krijgen de genietingen van zo'n reis iets opzettelijks: man spürt die Absicht und man ist verstimmt.