drijven - gaat op in de nieuwe maatschappij, evenals het gasdistributiebedrijf der staatsmijnen. In verband met de juridische structuur en ook omdat de overheid zich op verschillende punten rechten voorbehoudt (prijszetting, toepassing, aparte portie voor de industrialisatie in het noorden van 25 miljard cbm e.d.) komt er binnenkort een ontwerp-gaswet bij het parlement. Er is kans dat de zaak in 1963 begint te draaien. Alsdan kunnen de gemeentelijke en overeenkomstige distributiebedrijven omschakelen op aardgas, dat goedkoper en beter dan het huidige zal zijn en in hoge mate bedrijfszeker. Deze gasafzet zal tussen de 20 en 30 jaar duren; er zullen vele honderden miljoenen in worden geinvesteerd. Het rendement komt voor een deel aan de maatschap der bestaande ondernemingen en voor een niet onaantrekkelijk deel aan de staat (in Den Haag wordt door vrij moedigen reeds over ‘sjeik De Pous’ - een uitermate onwaarschijnlijke figuur qua woordspeling - gesproken).
Er ontstaat een vrijwel volledige concentratie van de gasproduktie, uitgezonderd dan in en om Amsterdam waar een deel van de provincie Noord-Holland gas betrekt van Hoogovens. Het ligt in het voornemen met Hoogovens in nader overleg te treden. Beslist zal echter het cokesovengas niet alleen van de staatsmijnen, maar ook van Hoogovens en van Sluiskil evenzeer op de achtergrond gaan raken als het raffinaderijgas, terwijl zelfs niet uitgesloten te achten is, dat naast vermindering van de kolenafzet ook vermindering van het stookolieverbruik voor huisbranddoeleinden zal gaan optreden.
Behalve namelijk het feit, dat de gemeenschap dit gas qua bodemschat cadeau krijgt uit de geologische produktie der eeuwen, is het aardgas van een verwonderlijk goede kwaliteit: calorisch is het vrijwel het dubbele waard van het thans gebruikelijke gas (aardgas 7800 k/cal per cbm tegen steenkolengas 4000-4200). De afnemer kan dus om zo te zeggen voor hetzelfde geld zijn aanwending verdubbelen, of anders: bij gelijkblijvende aanwending zijn nota vrijwel halveren. Zo komt dat natuurlijk niet precies uit, ook al vanwege de investeringen, die de eerste jaren zware afschrijvingen zullen vorderen. Niettemin valt hier waar te nemen hoe een oorspronkelijk technischcommercieel initiatief het aanzien heeft gegeven aan een belangrijk welvaartsbevorderend element, want als men De Pous over aardgas mag geloven, horen koude slaapkamers en onverwarmde gangen er in de Nederlandse huizen van een afzienbaar nabije toekomst niet meer bij. De hele zaak wordt trouwens gedragen door een plezierig aandoend optimisme, al zullen de grote gemeenten als de schakels tussen de produktie en het verbruik nog wel harde noten om te kraken opleveren. De geschiedenis van de Nederlandse gasverzorging door de lagere overheid is bepaald geen hoofdstuk van progressief denken. Daar er echter nu een goede basis is voor een gemeenschappelijke aanpak (waarbij de overheid zich bewust is veel te hebben aan de technische en commerciële kennis van Shell, Esso en Staatsmijnen) bestaat er naar verwachting van de meeste deskundigen een grote kans op een spectaculaire ontwikkeling, waarvan in letterlijk elk opzicht de gehele gemeenschap profiteert.
En als het aardgas óp is? Aldus vroeg een bezorgde burgemeester van een dorp met 170 huisaansluitingen. Dan is het technisch mogelijk uit steenkolen door het bestaande transportnet steenkolengas te stuwen van vrijwel overeenkomstige calorische waarde (8000 k/cal). Ook kan met een speciale kraakinstallatie een beroep op aardolie worden gedaan. Maar de technologie van over 20 tot 30 jaar - wellicht nog langer: er zit 400 miljard cbm ofwel 200 jaar het huidige gasverbruik in de grond ten slotte - valt nu niet te bezien, evenmin in hoeverre de kernenergie dan commerciëel aanwendbaar zal zijn voor hetzelfde doel van ruimteverwarming.
En waarom dit aardgas niet als grondstof voor bijv. de chemische industrie gebruikt? Aldus vroegen deze en gene. Omdat het daarvoor ‘te goed’ is, niet alleen door de calorische waarde, maar ook door de samenstelling. Weliswaar zit er veel stikstof in, maar daarvoor weer vrijwel geen zwavel. Het punt is echter dat in het aardgas de methaan (CH4) component 80% volume uitmaakt en in zijn samenstelling is dit aardgas chemisch-eenzijdig en minder rijk