| |
| |
| |
Korte commentaren
Transistors I
Het is een wat vreemde figuur dat De Telegraaf, die van alle kranten het hardst kankert op de radioprogramma's, nu een actie heeft ontketend om transistortjes naar onze jongens in Nieuw-Guinea te sturen opdat ze toch vooral maar naar de Nederlandse uitzendingen kunnen luisteren. Ueberhaupt is het een actie die (hoe populair ze blijkens de resultaten ook mag zijn) een naar smaakje achterlaat. Natuurlijk, het is plezierig voor de soldaten ginder dat ze in hun baaierd van verveling althans die radiootjes hebben om al was het maar naar de Indonesische propagandazender te luisteren, maar onwillekeurig roept de actie een beeld op van Indonesische paratroopers die - afgaand op de vrolijke klanken in de bush-bush van de transistors die door de Nederlandse verkenners worden meegedragen - een al te gemakkelijke taak krijgen bij de overmeestering van onze soldaten. Een van de goorste dingen die ik in oorlogstijd kan bedenken is, dat een land zijn soldaten tegen een vijand laat optornen met onvolwaardige wapens. De vele miljarden die ons oorlogsbudget verslindt zijn alleen te verdedigen als men bedenkt, dat áls er oorlog komt, onze militairen bij misplaatste zuinigheid zouden moeten vechten met ongelijkwaardig materiaal. In Vrij Nederland heeft een dienstplichtige vanuit Nieuw-Guinea geschreven, dat velen last hebben van huidirritatie doordat de Nederlandse uniformen niet zijn ingewisseld voor tropenuniformen. Tijdens een televisie-interview vertelde een soldaat dat ze oefeningen hielden in de bushbush, maar daar moeilijk in vooruit kwamen bij gebrek aan kapmessen. De ‘oorlog’ om Nieuw-Guinea is van geen van beide kanten een ‘honorable war’ - elke dode, elk gelost schot, is overbodig. Maar een regering die zijn onderdanen erop af stuurt zonodig te doden, heeft dan ook de plicht te zorgen dat er zo goed
mogelijk gedood kan worden. Als transistortjes belangrijk zijn voor het moreel, dan hadden die transistortjes er al lang moeten zijn. Maar eerder nog dan de transistortjes, hadden er ruim voldoende kapmessen en tropenuniformen moeten zijn. Jongens die nog niet gestemd en niet geleefd hebben, maar wie desondanks de kans geboden wordt voor een politiek doel gedood te worden, mogen eisen dat het hun aan niets, totaal niets ontbreekt, zodat zij hun taak kunnen volvoeren, lees: hun eigen leven reëel kunnen verdedigen. Als dat veel geld kost, dan moeten daar de woningbouw, de tunnelbouw, de loonsverhoging voor worden opgeschort.
N.S.
| |
Transistors II
De pest met communistische, fascistische en soortgelijke groeperingen is, dat ze zo verdomde actief zijn. Democratie stoelt op redelijkheid en verdraagzaamheid, en dat zijn geen dingen die activeren, helaas. Democratische groeperingen hobbelen altijd achter de gebeurtenissen aan, of ze nu groot of klein zijn. De anti-atoombomactie in ons land - om maar een voorbeeld in het grotere genre te noemen - is een zaak van PSP-ers, communisten en dissidente PvdA-ers geworden, bij wie men zich, als gematigd democraat, moeilijk meer kan aansluiten zonder uitgefloten te worden voor een fellow-traveller. In het kleinere genre is er de zaak van de transistorradiootjes, die van geld van De Telegraaf lezers (ook het Algemeen Dagblad, heb ik vernomen, is druk doende en heeft zelfs een verslaggever naar Nw-Guinea gezonden met als voornaamste taak de transistortjes te verslaan) naar onze jongens worden gezonden. Hoe men over zo'n actie ook denkt, - in Nieuw-Guinea zal men er ongetwijfeld dankbaar voor zijn, en waarom ook niet. Het is typerend dat het weer De Telegraaf moest zijn die deze actie ontketende. De jongens die daar zitten (soms denk ik dat het alleen Henk van der Meijden is die al die dingen verzint, maar misschien zijn er nog wel meer zo) buiten iedere mogelijkheid ogenblikkelijk uit, kennen geen aarzeling, zitten zich dagelijks suf te peinzen welke actie ze nu weer eens kunnen ondernemen. Nu eens wordt Johnny Kraaykamp in het ziekenhuis opgezocht, dan weer wordt er een fonds gesticht om een aan lager wal geraakte actrice (en al haar nakomers) te bedruipen, of anders worden er zaken als Van der Putten, Worms, Meulenbelt tot acties herdoopt. Soms doen de andere kranten ook wel mee, Worms en Van der Putten hebben ook bij andere dagbladen gehoor gevonden, maar het zijn toch altijd de ‘activistische’ kranten
die met de eerste eer gaan strijken. De houding van de fatsoenlijke kranten en de fatsoenlijke lezers daarvan is er een van afweer. Een begrijpelijke reactie, maar geen verstandige. Als afsluiting van de transistoractie organiseert De Telegraaf enkele shows die via die transistortjes door onze soldaten beluisterd moeten worden. De grootste namen uit onze
| |
| |
showbusiness hebben zich aangemeld, maar nu schijnt de VARA (en de andere omroepverenigingen zullen daar, één lijn trekkend, wel aan mee doen) geweigerd te hebben Ellis Berger, televisieomroepster, te laten meewerken omdat het hier een zaakje van een bepaalde krant betreft. Dat is feitelijk juist. Maar tactisch is het een bijzonder onhandige zet. De buitenwacht immers redeneert (daarbij nog geholpen door De Telegraaf) eenvoudig: de VARA werkt niet mee aan een amusementsprogramma voor de Nieuw-Guinea-soldaten. En in feite terecht, want daar komt het toch op neer. Het is natuurlijk kwalijk dat De Telegraaf haar actie-idee niet heeft meegedeeld aan Het Vrije Volk, De Volkskrant en De Tijd zodat men gezamenlijk een actie kon beginnen, maar wie gelooft eigenlijk aan zo'n gezamenlijke actie? Het beste wat men in zo'n geval - als De Telegraaf weer eens de eerste is geweest - kan doen is, dat men zo geruisloos mogelijk zijn medewerking verleent en vooral niet teveel obstakels opwerpt. Dan krijgt De Telegraaf weliswaar de eer van het werk, - maar ook niet veel meer dan de eer van het initiatief. Werkt men daarentegen hinderend, dan krijgt De Telegraaf niet alleen de volle eer van het hele werk, maar bovendien een plukje extra eer omdat ze zo dapper heeft volgehouden tegen alle tegenwerking in, terwijl de andere partij dan nog het odium op zich laadt onze jongens, die toch ook voor ons sneuvelen, een paar transistorradiootjes te misgunnen. Het allerbeste is echter, zelf wat sneller op een idee te komen, de anderen voor te zijn, ook al moet men dan wel eens populairder worden dan men zelf wenst. Het is altijd nog beter populair te doen dan impopulair te zijn, - een eenvoudige politieke wijsheid.
N.S.
| |
Kurt is dood
In Nederland bestaat een Protestcomité Vrijlating Oorlogsmisdadigers, dat maandelijks een bulletin uitgeeft. In no. 5 van de lopende jaargang citeert het bulletin uit Der Freiwillige, het orgaan van de Duitse HIAG. In februari jl. namelijk stierf de leider van de HIAG, Kurt Meyer, ‘Panzermeyer’, ex-generaal-majoor van de Waffen-SS, die bereikte ‘dat de HIAG als organisatie “ten algemene nutte” wettelijk werd erkend en de Waffen-SS officieel ontheven werd verklaard van collectieve schuld aan oorlogsmisdaden.’ Aldus het Bulletin. Over de begrafenis van Kurt Meyer (12. Division Panzer Grenadiere Hitler Jugend) deelt Der Freiwillige mee: ‘Woorden van waardering zowel tot onze vereniging als tot de familie van de dode werden gesproken door Bondskanselier Adenauer, Bondsdagpresident Gerstenmayer, de Bondsministers Krone en Strauss, door Ministerpresident Kai-Uwe von Hassel, de Bondsdagafgevaardigden Erler Mende, Lange, Rasner, Weyer en Generaal Dr. Speidel die als stafchef aan het invasiefront nauw contact had met Panzermeyer.’
Het is irritant weer op te merken hoe weinig de brave Adenauer er in slaagt de schijn te vermijden dat hij de goede reuk waardeert waarin notoire nationaal-socialisten in Duitsland veelal staan. Hoe makkelijk maakt de Westduitse regering het de communistische propaganda, hoe verkleefd zijn blijkbaar zelfs (of juist) Duitse hoge autoriteiten aan het soldateske, het Heilige Zwaard, de Roeping van het Volk, aan al het pathos waarmee zij hun Germaan-zijn beleven, zonder blijkbaar te beseffen dat men in het buitenland van de Germaanse oorlogsmystiek tabak heeft, hele slechte tabak.
H.G.S.
| |
Franco-philie
Op 26 juni jl. om 12.50 uur in het KRO-programma ‘Echo, weerklank van het dagelijks gebeuren’ kwam een heer aan het woord met een commentaartje over Spanje. De jongste gebeurtenissen zijn door het buitenland vreselijk opgeblazen, zei hij. De stakingen in Asturië en elders zijn aangegrepen om agitatie te voeren tegen Franco's regime, dat juist in de laatste jaren zulke enorme vorderingen heeft gemaakt. Van zuiver economische moeilijkheden is een politieke zaak gemaakt om Franco in discrediet te brengen. Terecht heeft Franco in Valencia dan ook gezegd dat er slechts kleine wolkjes aan Spanje's hemel zijn; een geleide democratie, die vele landen Spanje mogen benijden. Het staat immers wel vast, deelde de commentator mee, dat de communisten de hand hebben gehad in de stakingen en het geruchtmakende congres in München. Het stoken tegen Franco door het buitenland heeft echter een averechts effect gehad en de Spanjaarden in hun nationale trots gekrenkt. Ze zijn verontwaardigd. En dat nu Franco juist op de EEG deur had geklopt en om de plaats had verzocht waarop Spanje thans in de Europese Gemeenschap recht heeft.
Wie is deze meneer die voor de KRO- | |
| |
microfoon zijn Francophiele voorlichting mag geven? Woont hij in Spanje en is dat voldoende reden om door de KRO als een deskundige te worden beschouwd? Waarom dan niet ook de Vrijmetselaars genoemd die, volgens de heer Franco, mèt de communisten Spanje's fascistisch geluk bedreigen? Omdat de KRO daarvoor te fatsoenlijk is?
Ook voor Dr de Kort van de KVP geldt blijkbaar maar één criterium, dat gemakshalve aan de Spaanse dictatuur van nu voorbij gaat: ‘In ieder geval moet worden voorkomen, dat het communisme op het Iberisch Schiereiland weer voet aan de grond krijgt.’ (Tijd-Maasbode 25-6-62). Nee, dán liever een fascist als Franco, die tevens katholiek is.
H.G.S.
| |
Van het Mammoetfront
Gedurende de afgelopen week zijn bij de behandeling van de Mammoetwet weer enkele beslissingen gevallen. Het belangrijkste besluit van de Kamer was ongetwijfeld de afwijzing van het amendement-Versteeg, dat beoogde in artikel 19 een principiële scheiding aan te brengen tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs. Dit artikel gaf de minister de bevoegdheid regelingen te treffen voor het onderwijs op de scholen; het zou moeten worden veranderd in die zin, dat de minister voor de openbare scholen dit recht behield, terwijl hij voor de bijzondere scholen slechts voorwaarden voor het verlenen van subsidie zou mogen stellen. De linkerzijde van de Kamer, versterkt door de Katholieken, heeft dit amendement verworpen en daarmee verhoed dat in de toekomst het openbaar onderwijs zelfs wettelijk in een duidelijk benadeelde positie zou komen te verkeren. Intussen is ditzelfde artikel 19 op bijzonder vreemde wijze toch nog verminkt uit de strijd gekomen. Lid 1 blijft de minister de bevoegdheid verlenen om bij algemene maatregel van bestuur voorschriften vast te doen stellen omtrent de inrichting van het onderwijs. Deze algemene maatregel van bestuur werd in het volgend lid nader omschreven: Hij zou handelen over de leerstof en de verdeling van de leerstof over de verschillende leerjaren. Dit nu is verworpen. Onbegrijpelijk en inconsekwent, lijkt me, en men kan zich voorstellen dat de minister nu nauwelijks meer weet wat hij met een dergelijk wetsartikel verder moet aanvangen.
Een socialistische poging om het gymnasium nog wat verder in de put te helpen was het amendement-Tans, dat de steun kreeg van de bewindsman. Het betrof de brugklas van artikel 11. De minister had oorspronkelijk de bedoeling de brugklas voor de scholen van voorbereidend wetenschappelijk, hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs identiek te maken; in een eerder stadium van de onderhandelingen had hij de mogelijkheid geopend dat in de gymnasiale brugklas toch Latijn zou worden gedoceerd. De heer Tans wenste het Latijn toch maar weer te doen verdwijnen; zijn poging leed echter schipbreuk. Wat de brugklas betreft werd verder, Gode zij dank, besloten dat een van de twee moderne talen, die er gedoceerd zullen moeten worden, het Frans moet zijn. Men kreeg de indruk wanneer men zijn oor te luisteren legde dat onze onderwijsdeskundigen deze taal als een volstrekt overbodige luxe waren gaan beschouwen. Nog onlangs verzekerde een hoog ambtenaar van het departement van O.K.W. in het openbaar dat wij Nederlanders volkomen ten onrechte ons onderwijs blijven belasten met drie moderne talen; het zou best lukken met de kennis van twee. Natuurlijk! Waarom ons eigenlijk maar niet meteen beperken tot het schone Esperanto?
Wel uitvoerig besproken, maar nog niet beslist, is de vraag of geestelijk vormingsonderwijs naast godsdienstonderwijs in de wet (art. 41) moet worden opgenomen. Het ziet er naar uit dat de K.V.P. bereid is deze dringende wens van de niet-confessionele partijen in te willigen, zij het dan toch weer net niet op voet van volkomen gelijkheid. Stel je toch ook eens voor dat wij Nederlanders eens werkelijk verdraagzaam zouden worden. Onder leiding van Van Dis staan A.R. en C.H.U. pal: Zij zullen de Nederlandse cultuur wel bewaren! En nadat zij deze week zullen zijn overstemd, zullen zij een nieuwe grief hebben tegen Rome, dat immers het humanisme blijkt in de hand te werken. De politiek is soms inderdaad een vreemd bedrijf.
F.W.N.H.
Vriendelijk verzoek aan onze halfjaarlijkse abonnees, het abonnementsgeld ad f 13.50 (gewoon abonnement) of f 7.50 (studenten abonnement) over te maken vóór 15 juli a.s. op onze postrekening 191041 t.n.v.
hollands weekblad · den haag
|
|