Amerika? Of Amerika, zoals het in West Side Story en in een Nederlands kinderversje zoveel speelser en jonger heet? Maar in geen ander land hoort men zo pochen over Holland als in Amerika, over onze molens, grachten, Madurodam en Nieuw-Guinea-politiek. J.H., een amerikaanse toneelspeelster die hier vorig jaar geweest is, heeft nog een huis gekocht, en daarin of daarnaast wil zij grote Hollandse tulpen hebben, in alle kleuren, in een scherpe punt toelopend. Ik zal eens informeren bij kennissen in Lisse.
P.B. vertelde dat zij als kind op ezeltjes in China reed en nu geen ander vervoermiddel meer begeerde dan jets van duizend kilometer per uur. Zij maakte zich zorgen over de jeugd die niets meer had om uit te vinden, geen overtreffende trap, en die daarom zijn heil zocht in de ruimtevaart. Maar ontdekken betekent: vertellen en waar maken dat de tijdgenoten zich vergissen. Dat heeft niets te maken met een manzieke maan en maanzieke mensen.
De Zuiderzee, zeggen de Amerikanen hardnekkig. Een plas zonder zeevis, maar met een verleden. Elburg, Spakenburg, Enkhuizen, Harderwijk, Urk. Wat niet weet, wat niet deert. My dear deer, I don't dare to adore. Wacht maar, wij leggen ze wel droog, die vochtige streken. Wij leren ze mores, en de kunst van het kweken van graan in keurige rechthoeken en vierkanten, een recht, een averecht. De wonderen liggen onder de zeespiegel, net als Schiphol, en zolang wij het hogerop zoeken, zijn zij de wereld nog niet uit.
Ik hoor dat u in Amerika bent geweest. Wat vindt u van het land en van de mensen daar? Zegt het voort: padvinders, wegenwachters, stedenbouwers. Klein maar groot. Een land waar de burgemeester van Talladega, Alabama, met koude glanzende ogen zegt dat 13 van de 14 syphilis-gevallen in zijn gemeente bij negers voorkomen; waar Anthony O., een dichter in Berkeley, in drie jaar zijn eigen huis met eigen handen gebouwd heeft, tot hij er meer dan genoeg van kreeg. Een land waar Karl S., levend als professor in Lincoln, Nebraska, omringd door droge warme velden waar veel H- en A-bommen liggen opgeslagen, een lang gedicht over zichzelf ‘The bourgeois poet’ noemt; waar V.D. huilt omdat
haar dochter tussen rassenhaat van negers en klassenhaat van blanken beklemd is geraakt in Detroit. Maar die twee haten zijn toch begrijpelijk, in het licht van, in het duister van. In de vergissing, in de verblinding, de begerigheid van.
Maar zou u dan willen dat uw dochter met een neger trouwde, zei de taxichauffeur in Atlanta, de burgemeester in Talladega, de political scientist in New York, de Hollandse kerkinterieurverkoper in Dallas. Heilig waren zij, in wisselende graden, zoals bij judo, vergeleken bij de vriendelijke mevrouw die mij in Los Angeles rondreed.
De nacht gaat verschrikt harder dan anders. Negers zijn zwart als de nacht. Blanken zijn wit als de sneeuw natuurlijk, als het onbeschreven blad, onbeschreven voor een zwarte pen. De kameleon weet raad, is raad.
In de Amerikaanse scholen leren zij geen Grieks, zie je wel. Wel Russisch, zie je niet. Waarom zijn er bezwaren tegen een land waar de dorpeling Casals voor de televisie optreedt, met een gezicht van verdomme mijn muziek, mijn land, mijn vrijheid en ik zijn bij elkaar of jullie kijken en luisteren of niet, waar in de subway van New York een jongen door al het geraas heen Hebreeuws zit te leren, een meisje Arabisch, een oude man Chinees. Maar hoor, dat komen de burgers van het Omaha Citizens Committee against communism, dat stond op een kaartje op hun jas, op de exclusieve verdieping van het nieuwe vliegveld in het midden van de verlatenheid, een verlatenheid. Omaha, de naam alleen al, zoals de ene Hagenaar tegen de andere zegt in De Witte Brug of in De Witte, tussen wit en wit. Omoha.
Een prachtige rode dagstreep links van het vliegtuig brengt de nieuwe dag. De dageraad en de nachtegaal. A string of duties is a choice forever. Dat is aanstellerij. Veer op, tegen aanstellerij is weinig meer in de brengen dan nuchterheid, en wie wil beweren? Velen.
Het begin van de kunst is de ontbering. De oceaan is dieper dan men vroeger dacht. Wee ons. Way back. Wee moed.
Doch ma wilde er evenmin van horen als pa. Zij dachten er het hunne van. En wie zou niet weten wat het hunne was: Amerika is nieuw, grof, groot, rijk, Duits, simpel, onmannelijk, onvrouwelijk, luid, cola, Hollywood, een bastaard van de Europese stam en ook van de Afrikaanse.
Het is al lichter. Allicht, zegt de Calvinist, maar hij weet niet waarover hij praat. Niet dat anderen het zoveel beter weten. Dat zeg ik niet.