De zaak-prof. Smits
J. van Rossum
Nu de generale commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen in de Ned. Herv. Kerk het beroep van prof. dr. P. Smits tegen het besluit van het breed moderamen (dagelijks bestuur) van de generale synode, waarbij hem zijn emeritaatsbevoegdheden ontnomen werden, verworpen heeft, waarmee dan dit besluit definitief geworden is, moge er nog eens de aandacht op gevestigd worden wat in deze kerk mogelijk en niet mogelijk is.
Eerst even tot goed begrip een korte recapitulate van de feiten. Prof. Smits had in het weekblad Kerk en Wereld een artikel geschreven, waarin hij zich distanciëerde van de verzoeningsleer van de apostel Paulus zoals deze is neergelegd in het vijfde hoofdstuk van de Brief aan de Romeinen. In het rechtzinnig gedeelte van de Ned. Herv. Kerk brak hierop een storm van verontwaardiging los en de provinciale commissie voor opzicht en tucht in Zuid-Holland ontnam hem zijn emeritaatsbevoegdheden, dat wil zeggen: hij zou als eervol ontslagen predikant niet meer in kerkdiensten kunnen voorgaan, enzovoort. Dit besluit werd echter door het breed moderamen van de generale synode vernietigd omdat de provinciale commissie niet het recht had (kerkordelijk niet competent was) een dergelijk besluit te nemen! Het breed moderamen gaf echter tevens aan de raad voor kerk en theologie opdracht het gesprek met prof. Smits verder te voeren en hiervan rapport uit te brengen aan de synode. Prof. Smits weigerde evenwel aan dit gesprek deel te nemen omdat hij, naar hij schreef, geen behoefte had aan ‘herhalingsoefeningen’ - er was zijns inziens al lang genoeg gepraat - en omdat van synodale zijde in de kerkelijke pers geschreven was dat de bedoeling van dit gesprek zou zijn ‘de dwalende broeder’ weer op het goede spoor te brengen: hij had geen lust om op het zondaarsbankje plaats te nemen. Daarop heeft het breed moderamen hem zijn emeritaatsbevoegdheden ontnomen.
Het hoofdbestuur van de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden heeft nu een verklaring gepubliceerd die met deze woorden eindigt: ‘Het thans onherroepelijk geworden besluit acht het hoofdbestuur gevaarlijk voor de toekomst van de Ned. Herv. Kerk en kwalijk voor de kerkelijke verhoudingen. Wat in de onderhavige zaak is gebeurd veroorzaakt een ernstige breuk in het vertrouwen dat de Ned. Herv. Kerk ruimte wil laten voor verscheidenheid van geloofsbeleving. Welke gevolgen deze vertrouwensbreuk zal hebben is nog niet te overzien.’
Ter toelichting het volgende: als een predikant ontslag neemt en krijgt uit de kerkelijke dienst, kan het breed moderamen van de generale synode hem op zijn verzoek de bevoegdheden verlenen als van een emeritus. Dit is met prof. Smits gebeurd toen hij te Leiden als hoogleraar werd benoemd. Het breed moderamen kan hem deze bevoegdheden echter weer ontnemen als, zo luidt het betreffende artikel in de kerkorde, ‘het voortduren daarvan in strijd zou zijn met de belangen en de waardigheid van de kerk.’ Op grond van dit artikel is prof. Smits buiten de deur gezet en de generale commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen, die het hoogste kerkelijke beroepscollege is, heeft zich op het zuiver formele standpunt gesteld dat zij niet te beoordelen had of het voortduren van de emeritaatsbevoegdheden van prof. Smits in strijd was met de belangen en de waardigheid van de kerk - immers daarmee zou zij in het beleid van de synode treden - maar alleen of het breed moderamen het recht had prof. Smits buiten de deur te zetten indien het meende dat het voortduren van zijn emeritaatsbevoegdheden enz. enz. Of het breed moderamen dit terecht of ten onrechte heeft gemeend laat de commissie buiten beschouwing.
In brede, en dus niet alleen in vrijzinnige kringen, is men er echter van overtuigd dat het breed moderamen in het betreffende artikel een stok heeft gevonden om de hond te slaan. Anders gezegd: dat men dit artikel, waarvan geen jurisprudentie bestaat maar dat kennelijk in de kerkorde is ingevoegd