Films van Bunuel en Sucksdorff
Bunuel en Sucksdorff zijn twee geheel verschillende filmers, maar toch hebben zij veel met elkaar gemeen. Als Spanjaard en Zweed staan zij, qua mentaliteit, natuurlijk mijlen ver van elkaar vandaan. Anderzijds hebben zij het kleine detail met elkaar gemeen dat men er altijd op verdacht moet zijn dat in hun films een dier wordt opgeofferd aan het scenario. Uit dit gemeenschappelijk trekje rijst een vermoeden van verwantschap op. Die is er. Beiden filmen de ‘natuur’, zij het ieder op zijn geheel eigen wijze. Sucksdorffs natuur is een andere dan die van Bunuel. De mensen van Bunuel zijn zeer aards. Zo aards gebonden zijn zij, dat Bunuel hen het liefst in zijn film viridiana introduceert via hun voeten. Zonder dwingende, naspeurbare reden krijgen we van alle hoofdpersonen hun blote voeten te zien: van het kleine meisje, van Viridiana, van haar oom, en van diens neef. Bunuels mensen staan in de aarde geworteld, en hij wil dat ook weten. Zij zijn daardoor ook zeer menselijk, goed en slecht dooreen, maar uitermate menselijk, terwijl Sucksdorffs mensen iets zwevends blijven behouden. Zijn mensen zijn weliswaar onderdeel van de gehele natuur, maar zij zijn niet zo aardegebonden, integendeel, Sucksdorffs nieuwste film heet niet ten onrechte de jongen in de boom. Sucksdorffs mensen zijn meer vogels, die er niet tegen kunnen opgesloten te zitten en daardoor gaan uitzwermen en omkomen door de natuur. Bij Bunuel beslissen de mensen binnen hun mensengemeenschap over dood en leven, ook als het bijvoorbeeld dieren betreft. viridiana toont een bijzonder positieve film te zijn voor Bunuels doen, want niet alleen wordt een wesp uit een regenton gered, ook een hond wordt aan zijn slavenbestaan onttrokken. Dit zijn typisch menselijke ingrepen in het leven, zoals ook de dood door ophanging van de oom een eigenhandige, menselijke daad is die zeer
bewust werd gesteld. De dood van de jongen in Sucksdorffs boom echter lijkt een natuurgebeuren, een daad die buiten de mensen omgaat (en zeker buiten de vriendelijke wijsgeer om die onder aan de boom de jongen positief zat toe te spreken), zoals het ook een gril van de natuur is of een hert wordt doodgeschoten of niet (de ene keer wel, de andere keer voorkomt een keffend hondje verder onheil - alweer dus een ingreep van de natuur). Dat een en ander Bunuels film menselijker en ‘psychologisch beter verantwoord’ maakt laat zich denken. viridiana is wreed en schoon tegelijk, omdat de gistingsprocessen binnen de mensen en binnen de mensengemeenschap nu eenmaal schone zowel als wrede walmen teweeg brengen. Ook de jongen in de boom is schoon (vooral het camerawerk is adembenemend, maar daarvoor had Sucksdorff dan ook Gunnar Fisher geëngageerd, die sinds 1948 dertien films voor Ingmar Bergman fotografeerde, als glimlach van een zomernacht, wilde aardbeien, het zevende zegel en het gezicht) maar met de tegenkant, de wreedheid, valt het nogal mee. De jongen ondergaat met prikkeldraad nog een soort marteling van zijn medebentgenoten, maar dat maakt als klein onderdeel van het totale natuurgebeuren te weinig indruk om te schokken of te ontroeren. De film ontleent zijn (ongetwijfeld aanwezige) dramatische kracht aan de alles omvattende camerabeweging, die mensen zowel als vogels in hun vlucht opneemt en weer neerzet waar het haar goeddunkt, waardoor het meer de spanning is tussen alle natuuronderdelen onderling die het drama uitmaakt dan tussen de mensen alleen, zoals bij Bunuel. Vanuit hun beider uitgangspunt zijn zij beiden geslaagd. Sucksdorffs film vertoont weliswaar - ook binnen zijn eigen kader - meer zwakke plekken (er is hier en daar nogal wat cliché binnengeslopen in de
verhouding tussen vader, moeder en zoon, misschien ook tussen de drie jachtnozems, al mogen we niet vergeten dat geen land zo'n ervaring heeft met het nozemprobleems als juist Zweden; men heeft daar reeds te kampen met de speedboatnozems, die het stadium van de brom-, motor- en autonozems al lang voorbij zijn!), maar ook Bunuels film is niet feilloos. Het afwisselend tonen van de biddende bedelaars in het veld en de werkzaamheden in de nabijheid aan het domein heeft geen andere werking dan die van een stokoude goocheltruc. Bij deze ene voze plek blijft het echter; voor de rest is viridiana, laat ons zeggen: volmaakt.
N.S.