Reacties van lezers
De rangorde der wetenschappen
De geschiedfilosofie die J. Pen naast zijn drukke werkzaamheden beoefent doet mij in de pen klimmen. Ik bedoel de geschiedfilosofie van ‘als de neus van Kleopatra een beetje anders was geschapen geweest, was de wereldgeschiedenis heel anders gelopen’. Als Filips de Schone niet met Johanna de Waanzinnige was gaan trouwen, dan was uiteraard nooit Karel V geboren, met wiens zoon Filips II de opstandige Nederlanders een tachtigjarige oorlog moesten voeren. Hoewel, de eigenlijk schuldigen waren natuurlijk niet Filips de Schone en Johanna de Waanzinnige, maar Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië, de ouders van Johanna; of je mag ook verder terug gaan, zoals Homerus bij de Trojaanse oorlog, die niet blijft staan bij de appel van Eris of bij de schone Helena, maar aanstuurt op een verklaring ‘ab ovo’, uit het ei dat uitgebroed moest worden voor Zeus de gestalte van een zwaan aannam om Leda te benaderen.
Met het causaliteitsschema van ‘Pietje heeft een ruit gebroken, dus Pa moet betalen’ kan men voor de rechtbank succes behalen, maar niet voor het forum der geschiedenis. Zodra het niet maar om een gebroken ruit gaat, blijkt het namelijk moeilijk te zijn Pietjes achternaam vast te stellen of om te weten te komen wie nu eigenlijk Pietjes vader was. Pen demonstreert dit duidelijk. Hij is er niet absoluut zeker van of Einstein de H-bom heeft uitgevonden. Affijn, hij noemt hem maar (‘uit diep respect’) als symbool. Wie die vent van de H-bom is geweest is een feitenkwestie. Die hoort bij de lagere instanties thuis, in casu bij de meer deskundige (β-mensen. Pen behandelt de zaak vast in hoger beroep, of in cassatie - daar wil ik van afwezen.
Toen ‘Pietje’ Einstein besloot theoretische natuurkunde te studeren, had hij zich moeten afvragen of de mensheid er wel rijp voor was, want het was wel te voorzien dat hij het relativiteitsprincipe zou ontdekken, met als gevolg de inmiddels aan elke journalist bekende formule E = mc2, waarmee ze de H-bom in elkaar knutselen. ‘Hij heeft niet ver genoeg doorgedacht,’ aldus Pen, terecht. Alleen, zoals in dergelijke gevallen gebruikelijk, komt ‘Pietje’ Einstein met een uitvlucht aandragen: ‘Mijnheer, ik heb het echt niet gedaan. Het is Nielsje Bohr geweest’. Nielsje Bohr leeft, gelukkig, nog. Hij heeft ook niet ver genoeg gedacht. Ik bedoel natuurlijk: in 1913. Nu wél. Vraag hem maar. Vast en zeker zal hij zeggen: ‘Neen mijnheer, het is Maxje Planck geweest’. ‘Neen’ zegt Maxje, ‘Pietje en Mietje Curie hebben het gedaan’. ‘Nietes, Wimpie Röntgen’. ‘Nietes, Henkie Hertz’. ‘Nietes, Clarkje Maxwell’.
Als u niet het geduld verliest komt u tenslotte bij Adam terecht, die het irreversibele proces van de wetenschap heeft gestart door van de boom der kennis te eten. Die is er trouwens ook al mee begonnen het op een ander af te schuiven. Alleen zijn echtgenote was hem hierin een slag voor. Dus in laatste instantie is het de slang geweest. Laten we het dan op de slang houden. Slangen zijn vieze beesten, en dan zijn we van het hele gezeur af.
Pen heeft gelijk. De geschiedenis der uitvindingen en ontdekkingen is tevens die van de mensen ‘die niet ver genoeg doorgedacht hebben’. De man die het vuur uitvond wou alleen maar een potje soep koken. Als hij verder door had gedacht had hij meteen aan cigaretten en longkanker gedacht. De uitvinder van de boekdrukkunst had het alleen op bijbels en stichtelijke literatuur gemunt en geen Hollands Weekblad voorzien, anders had hij bevroed dat de mensheid er nog niet rijp voor was. Als Pascal en Torricelli ver genoeg hadden doorgedacht, dan waren ze erachter gekomen dat ze met hun onderzoekingen over de luchtdruk de bouw van efficiënte pompen en zodoende de exploitatie van de anders steeds maar onderlopende kolenmijnen mogelijk zouden maken en uiteindelijk de industriële revolutie zouden ontketenen. Gelukkig waren ze met zijn tweeën. Dus als ze ver genoeg hadden doorgedacht hadden ze ook nog samen kunnen overleggen of de industriële revolutie wenselijk was. Zo niet, dan hadden ze hun ontdekkingen onder zich kunnen houden.
Nu waren er wel in die tijd nog anderen die zich over de luchtdruk druk maakten, en die had je er niet buiten kunnen houden. Wel hadden ze allemaal bijeen kunnen komen en na een uiteenzetting van Pascal over de wetten van de luchtdruk en over de gevaren van de industriële revolutie kunnen besluiten de zaken geheim te houden. Maar het typeert de vaklieden dat ze nooit merken in welk belangrijk tijdperk ze leven. Archimedes was de grootste geleerde der oudheid en hij had het niet eens door, dat hij in de oudheid leefde. Columbus heeft zijn hele leven nooit beseft dat hij in de middeleeuwen geboren was en met zijn eerste reis naar het Westen de nieuwe tijd had geopend. Pascal en Watt wisten niet dat zij grootvader en vader der industriële revolutie waren.
Hoe konden ze ook, zoudt u zeggen, die term is pas enkele jaren geleden uitgevonden. Ja maar, dat komt omdat zij niet ver genoeg hadden doorgedacht. Max Planck ontdekte zijn ‘quantum’ door het schijnbaar onbenullige probleem van de zwarte straling te attaqueren en er met zijn formules maar op los te goochelen. Hij heeft nooit de grootte van deze ontdekking beseft.
Tegenwoordig is dat heel anders. We leven veel bewuster. Iedereen weet tegenwoordig in welk tijdperk hij leeft. In het atoomtijdperk, of in het ruimtetijdperk, of in het plastictijdperk - ik las kortgeleden dat volgens een kousenwinkel een nieuw tijdperk was aangebroken waarin bij wijze van proef elke koper van twee paar een derde cadeau zou krijgen. Iedereen die tegenwoordig plechtig op een knop drukt om de eerste volautomatische strijkinrichting of de eerste electronisch gecontroleerde waterbak in bedrijf te stellen weet, en zegt het, dat hij met deze druk op de knop een keerpunt in de wereldgeschiedenis accentueert, en niemand zal hem later kunnen verwijten dat hij niet ver genoeg had doorgedacht; immers de journalisten, die van het ene keerpunt naar het andere hollen en aldoor maar verder en verder doordenken, zijn er getuige van geweest.
Het keerpunten-zien is begonnen met Goethe en de kanonnade van Valmy, en het heeft heden ongekende afmetingen aangenomen. Alleen de geleerden en uitvinders zien het bos nog niet van de bomen. Zij ploeteren maar, geblinddoekt of althans met oogkleppen. Want ze moeten diep denken, en niet ver. Neem daarentegen iemand als Bacon, die in de zeventiende eeuw al met het grootste gemak alle