Korte commentaren
Vrij Nederland
Het is zover. De 220 abonnementen op het weekblad Vrij Nederland ten behoeve van de leestafels in militaire inrichtingen (kantines, messes, enzovoort) zijn door het betreffende ministerie opgezegd. Men kan zich afvragen of de militaire autoriteiten ook maar enigszins op de hoogte zijn van de democratische spelregels die zij zeggen te willen verdedigen. Meningen die niet stroken met die van de regering, die niet overeenkomen met de algemeen gangbare (dat maken militairen dan wel uit), kunnen door hen worden onderdrukt doordat men ze in militaire inrichtingen niet mag lezen. De CPN heeft vertegenwoordigers in de Staten-Generaal, evenals de PSP. Maar hun geschriften zijn voor militairen verboden. Het éénrichtingverkeer dat het denken van vele militairen kenmerkt maakt het hun moeilijk te begrijpen dat vrije meningsuiting een kostbaar goed is dat zich best verdraagt met de noodzakelijke discipline. Maar men maakt het zich liever gemakkelijk.
Wat moet er alzo uit kazernes en dergelijke worden geweerd? Natuurlijk het dagblad De Waarheid en het maandblad Politiek en Cultuur, verder Hout en Meubel, Stem van het Verzet, enzovoort. In totaal 48 periodieken, verdeeld in vier categorieën. Recht voor Allen en Hinag Post vallen onder het hoofd ‘periodieken van extremistische aard’. De laatste categorie luidt: ‘Alle geschriften van Nederlandse of buitenlandse oorsprong waarvan de inhoud of de strekking nationaal-socialistisch, communistisch, revolutionair, antimilitairistisch of radicaal-pacifistisch is’. Het PSP-blad Bevrijding is dus ook verboden.
Of Vrij Nederland onder een van deze rubrieken zal worden gebracht moet worden afgewacht. Voorlopig moet men het aan een militaire leestafel met Elseviers Weekblad doen. Wat heeft Vrij Nederland gedaan? Redacteur J. Eykelboom schreef in het nummer van 7 april jongstleden, in verband met resterende mogelijkheden om een oorlog om Nieuw-Guinea te voorkomen en de regering te beïnvloeden: ‘Ik denk hierbij aan werk- en collegestakingen en aan dienstweigering van die militairen die niet principieel tegen de militaire dienst zijn, maar wel tegen een volkomen zinloze actie om Nieuw-Guinea’. Redacteur J. van den Berg schreef (in hetzelfde nummer), dat sommige leden van de Contactcommissie Dienstweigerinswet (opgericht door samenwerkende vredesorganisaties) onderduiken als enige mogelijkheid zien voor dienstplichtigen om aan uitzending te ontkomen.
Militairen mogen in de toekomst niet de kans lopen zulke taal te lezen. Het zou ze kunnen schaden in hun palstaanderige activiteiten. Democratie is moeilijk en ingewikkeld. Niet meer lezen, niet meer denken: gewoon verbieden, generaal.
H.G.S.