Hollands Weekblad. Jaargang 3(1961-1962)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De behaarde kip en haar geveerde vriend Een kip met haren op haar borst bedekte deze met een korst van fijngekauwde gorteballen opdat zij niet zo op zou vallen, en kraste daar naar haar begrip veertjes in als van een kip, tot zij haar pak zo grillig maakte dat het, als zij zuchtte, kraakte. Haar medekippen, vooral 's nachts, giechelden dan soms onverwachts. Zodat zij na drie weken zuchten de dunne benen nam, en vluchtte. Maar de stakster wist op straat met haar voorplecht ook geen raad. Trachtte op haar borst te staan of zo maar ergens tegen aan. Alles, dood of levend, staar- de daardoor om het hardst naar haar. Dus, altijd even vlug als dom, holde zij vijf hoeken om en stond al spoedig met haar mond in de veren van een hond. (De hond had deze kippenveren gekocht om haar een les te leren; een poes had ze toen zeer beleefd aan zijn dijtjes vast gekleefd, waarbij zij trachtte niets te ruiken omdat zij kaugum moest gebruiken) De hond zei vriendelijk ‘halo?’ De kip zei: ‘Dank u; ach, zo-zo.’ Dit gesprek vlotte subliem en werd al spoedig zeer intiem, zodat de kip ten slotte vroeg: waarom de hond die veren droeg. Deze wist al van niets meer en vroeg verwonderd welke veren o die en trok de hele bos toen achteloos als een broekje los. Zodat de kip zijn scheermes beet- greep en zich van heur haar ontdeed. Blote kip en gladde hond bleven toen samen en gezond. Moraal: Vrouwen die zich willen scheren hebben haar in plaats van veren. of misschien: Zijn van drie meisjes er twee die hetzelfde dragen, dan ook drie. Vorige Volgende