Reacties van lezers
Vangaalse laster
Dat het verhaal ‘Het Grote Medelijden’ van Hermans in Randstad 2 de nodige beroering zou verwekken was te voorspellen. Ik denk dat Hermans zelf niet anders verwacht zal hebben. Het was dan dus misschien wel zijn bedoeling, maar dan niet om een rel te ontketenen, zoals Van Galen Last snel aanneemt. Hermans is de grote ‘Zieke Man van de Nederlandse Letteren’, lijdend aan paranoia met als een van de symptomen een achtervolgingswaan. Wat doet hij dus? Verliefd op zijn ziekte, zoals een goede zieke betaamt, schudt hij van tijd tot tijd zijn achtervolgers wakker door een kwalijk stukje over Ter Baak te schrijven. Sukses verzekerd.
Van Galen Last is in Hollands Weekblad 147 een van de mensen die in deze behoefte van Hermans voorziet. Het duurt even voor de aap uit de mouw komt, omdat het dwaalspoor waarop hij zijn lezers voert de nodige woorden vergt om op de juiste weg te gaan lijken.
Gomperts heeft, in een boekbespreking als ik me niet vergis, Hermans eens fascistisch genoemd en dus is Hermans voor Van Galen Last (men weet hoe door dik en dun trouw hij is in zijn vriendschappen) een fascist, en dus is de redactie van Randstad, te weten Claus, Mulisch, Vinkenoog en Michiels, fascistisch, want deze heeft het verhaal opgenomen, misschien weliswaar uitsluitend om de literaire kwaliteiten waarheid bestaat immers toch niet-maar niettemin, en dus zijn zij allen mede verantwoordelijk voor de gruwelen die de OAS aanricht. Degene die nu nog iets goeds over Hermans, C, M, V, en M wil zeggen of schrijven weet voortaan aan welke kant hij staat. Dat mensen als Mulisch en Vinkenoog eerder een literair anarchisme (niet eens een daadwerkelijk, daarvoor is de schoot van het Leidseplein te behaaglijk warm) bedrijven en ‘gebonden zijn aan het anti-fascisme’ weerlegt v. G.L. met er op te wijzen dat enkele vooraanstaande leiders van de OAS zichzelf beschouwen als volgelingen van communistenleiders. (Q.E.D.)
Tot zover een betoog dat niet iedereen definitief en voorgoed overtuigd zal hebben. Het aapje komt nu pas: ‘Wel kunnen wij vaststellen dat geen smeerlapperij hun (H, C, V, M, M.) te gortig is als het er om gaat de reputatie van Ter Braak te schaden.’ Dus toch! Van Galen Last is boos omdat Ter Braaks reputatie bezoedeld is. Hij meent blijkbaar dat Ter Braaks werk geen voldoende verdediging is van een reputatie, maar goed, ik zei het al: men weet hoe trouw, enz. Deze trouw siert hem, maar bepaald niet het feit dat geen smeerlapperij hem te gortig is om zijn vriendschappen te verdedigen óf... de reputatie van Hermans te schaden. Indien het laatste waar mocht zijn nog een vraagje: Is het mogelijk dat Van Galen Last een onhumoristisch ressentiment koestert in verband met de schrijver Hermans?
M.A. de Jong