Het is niet goed (I)
‘In een weekblaadje dat zo nu en dan in Den Haag verschijnt, gewaagt een heer op verwerpelijke toon van de zg. Van Speyckmentaliteit. Wij betreuren zulk geschrijf. Van Speyck heeft zijn leven op dezelfde wijze verloren en met dezelfde verachting voor de dood als zovelen die niet zo lang geleden zich tegen de Duitse bezetters teweerstelden. Het is niet goed als men spottend over lieden spreekt, die meer moed opbrachten en meer voor het Nederlandse bewustzijn deden dan pennevoerders die de spot met hen drijven.’
Op deze toon van een butler à la Noel Coward schrijft een heer in een weekblad, ... ach, kom, laat ik ruim zijn... in een weekblad van formidabele omvang dat zo nu en dan in Amsterdam verschijnt. Het blad wordt uitgegeven door de N.V. Bonaventura, heeft één directeur en twee adjunctdirecteuren, drie ‘lieden’ die de hoofdredactie vormen, dan nog een plaatsvervangend
hoofdredacteur, een eindredacteur en zelfs een secretaris van de hoofdredactie, wiens naam nooit kapitaal wordt gezet en die soms even onbenullig als onbekwaam van de binnenlandse politiek gewaagt. Beter gezegd, màg gewagen. Er is natuurlijk ook nog een redactie en het blad heeft copyrights. Postbus 1116 - Amsterdam.
Dezelfde huisknecht van Van Speyck, die ook bij Hieronymus van Alphen heeft gediend, schreef op 9 december van het vorige jaar in genoemd weekblad dat zo nu en dan in Amsterdam verschijnt:
‘Wij kunnen begrijpen, dat een elfjarig knaapje uit Den Haag verheugd was vijftigduizend gulden uit de toto te hebben gewonnen. Wij betwijfelen of de pedagogische gevolgen van zulk een feit en de daarmee verbonden publikatie zegenrijk zullen zijn. Het is niet goed als kleine kinderen leren dat zij door het invullen van een of ander biljetje een vermogen bijeen kunnen garen, waarvoor anderen hun leven lang moeten werken.’
Het is niet goed, maar ik zal het ook eens proberen:
‘Wij kunnen begrijpen dat een heer verheugd is wanneer hij in enkele regels proza zijn mening mag geven in een weekblad dat zo nu en dan in Amsterdam verschijnt. Wij betreuren zulk geschrijf. Wij betwijfelen of de pedagogische gevolgen van zulk een feit en de daarmee verbonden publikatie zegenrijk zullen zijn. Het is niet goed als onbenullen leren dat zij door het zwart maken van een of ander stukje papier een Nederlands bewustzijn kunnen verkrijgen, waarvoor Van Speyck zijn leven heeft verloren op dezelfde wijze en met dezelfde verachting voor dedood als zovelen die niet zo lang geleden zich tegen de Duitse bezetters teweerstelden. Tot deze