Korte commentaren
Goloeb
In het vorige nummer van Hollands Weekblad heeft J.L. Heldring in ‘Over eigen land’ gesproken over de Nederlandse eigendunk, ‘de vaste overtuiging dat we onze zaakjes beter voor elkaar hebben dan wie ook, dat onze daden door iets moreler motieven geïnspireerd worden dan die van anderen, dat er naar Nederland met meer belangstelling geluisterd wordt dan naar andere landen.’
Het vertrek van de Rus Goloeb (meneer Duif, in goed Nederlands) naar vrouw en vaderland, is een typisch bewijs uit het ongerijmde dat bij ons nog lang niet alles beter is. Ongerijmder immers kan het niet: eindelijk ontvlucht aan de dwang, het formalisme, de geestelijke onvrijheid etc. die achter het IJzeren Gordijn opgeld doen, en bovendien terecht gekomen in het Europese paradijs Nederland waar de verdraagzaamheid het grootst is en Wim Kan gewoon zegt wat iedereen van de premier vindt - beleeft de heer Goloeb niet zijn tweede jeugd, bloeit hij niet open als een nieuwe knop, maar verdort hij en vraagt zich af wat hij in godsnaam in dit vreemde land is komen doen. De BVD zal hem ongetwijfeld ‘Dokter Zjivago’ in het Russisch ter lezing hebben gegeven om hem in zijn eenzame uren te doen beseffen dat hij een goede keus heeft gedaan, maar al lezend zal hij zich wel hebben afgevraagd waarom hij niet, net als Pasternak, ondanks alles gebleven was in de onheilstaat...
En Goloeb is de enige niet. Hongaren, Ambonnezen, zij keren ons de rug toe, zelfs ondanks de vrij grote zekerheid dat zij niet met open armen in hun oude vaderland ontvangen zullen worden. In Joegoslavië ontmoetten we, ruim een half jaar na de Hongaarse opstand, een echtpaar uit Boedapest. Zij zaten met een grote groep landgenoten onder auspiciën van het Rode Kruis in een daartoe afgehuurd hotel aan het meer van Otesevo zich rot te vervelen. Als kinderen zo dankbaar waren ze, toen we hen op onze kosten naar het nabijgelegen Ochrid meenamen, want het ontbrak hun zelfs aan geld voor de autobus. Hij was regisseur bij de opera van Boedapest, zij was een van de belangrijkste solisten aan deze opera. Enige maanden later kregen zij toestemming naar Australië te emigreren. In Australië is de opera seizoenarbeid. Zij zit nu op een kantoor, en het bevalt haar wel goed, en hij pro-