over de passiviteit van het kabinet-Drees, dat nu eenmaal de wind tegenhad.
Die winst van de V.V.D. werd gestabiliseerd bij de Kamerverkiezingen in 1959, toen Oud onder de vlag van het antisocialisme de verkiezingscampagne voerde en de Partij van de Arbeid voor alle narigheid verantwoordelijk werd gesteld, ook door de vroegere coalitiegenoten, in het bijzonder de K.V.P. en de A.R.P. De laatste Kamerverkiezingen waren in hoge mate emotioneel, doordat de socialisten zich potentieel reeds in de oppositie voelden en niet los konden komen van hun gevoelens van gekrenktheid over de crisis van december 1958. De liberalen hebben bij die verkiezingen van '58 en '59 een enorm aantal stemmen gekregen van het vlottende electoraat, dat niets om beginselen geeft, maar alleen ontevreden is, elke kiezer om zijn eigen reden. Dit irrationele element in de politiek heeft de P.v.d.A. genegeerd. Planmatigheden en berekeningen waren haar argumenten en die hebben alleen maar kracht voor zindelijke kiezers. Is zindelijkheid trouwens mogelijk in de politiek? Het is een vraag, waaraan men een apart nummer van het Hollands Weekblad zou kunnen wijden zonder overigens een antwoord te krijgen.
De overgang van oppositie naar regeringsverantwoordelijkheid is voor de V.V.D. te moeilijk geweest. Oud was te begerig naar deelneming aan het kabinet en in zijn onwennigheid heeft hij de confessionele partijen bij de formatie teveel naar de ogen gekeken. Het was belachelijk, dat de liberalen als derde partij werden afgescheept met drie portefeuilles, waarvan men bij voorbaat kon zeggen, dat zij òf van mindere betekenis binnen het kabinet òf politiek gevaarlijk waren, terwijl de protestantse groeperingen zich zetelden binnen de economisch-sociale sector, altijd een kern van het kabinet.
De grote toegeeflijkheid van Oud heeft indertijd ook bij andere liberalen een zekere wrevel gewekt. Van Riel heeft toen in de Eerste Kamer doen blijken, dat hij er niet zo gelukkig mee was en later zijn gedachten
laten gaan in de richting van een reconstructie, waarvan de anderen (Romme allereerst, maar ook Oud zelf) niets wilden weten. Daarbij kwam nog het incident met Sidney van den Bergh en de keuze van Visser als minister die waarschijnlijk de grootste vergissing is geweest van de liberale fractieleider. Hieraan wil ik onmiddellijk toevoegen, dat de politieke grootheid van Van den Bergh nog nooit bewezen is. Hij is een legende aan het worden, een soort compensatie voor het betrekkelijke falen van zijn opvolger.
De Tweede-Kamerfractie van de V.V.D. heeft weinig gedaan om het liberalisme meer gezicht te geven. Uit de geschiedenis van de afgelopen drie jaar kan men niets putten, dat duidt op een onafhankelijke liberale houding van de fractie van de V.V.D. De activiteit was alleen maar gericht op het behoud van dit kabinet, men was slechts loyaal, men steunde de confessionelen zonder noemenswaarde kritiek, men liet lelijke dingen over het liberalisme zeggen door de medestanders, feitelijk was men helemaal niet actief, maar passief. De prestaties van de V.V.D. als regeringsverantwoordelijke partij maakten op het kiezerscorps weinig indruk. Men zwichtte steeds voor het compromis en was nog geschokt ook, toen de liberalen in de Eerste Kamer iets meer persoonlijkheid toonden. Voetbaltoto, kinderbijslagwet, men ging zonder enig verzet door de knieën. Nieuw-Guinea: het ene redevoerinkje van mevrouw Stoffels-Van Haeften (bij het debat van begin januari) kon men met de allerbeste wil van de wereld niet meer noemen dan een keurig afgedraaid lesje, dat geen enkele oorspronkelijke gedachte bevatte. Ik zou nog meer kunnen opnoemen, maar heb dat al zo vaak gedaan, dat het geen zin meer heeft.
De Tweede-Kamerfractie van de V.V.D. is een zwakke fractie, waarvan niets uitgaat. Niet strijdbaar, doch alleen maar in omarming met het geliefde kabinet. Loyaliteit is een mooie eigenschap; in de politiek wordt ze niet gewaardeerd. Oud heeft dit nieuwe kabinet waarschijnlijk teveel beschouwd als te zijn ontstaan door zijn actie en zijn overwinning. Het was een kind, dat hij verwende. Een bestraffing zou vaak beter zijn geweest. Verwende kinderen zijn meestal ondankbaar. Veel dank heeft hij van de confessionelen niet gekregen.
De nederlaag van de V.V.D. is echter geen nederlaag voor het kabinet. Dat is een valse constructie. Een nederlaag zou het kabinet hebben geleden, indien alle regeringspar-