Reacties van lezers
Naar aanleiding van het stukje ‘Daglicht’ onder ‘Korte Commentaren’ in het ‘Hollands Weekblad’ van 21 maart verzoekt Henri Knap ons opneming van het volgende:
1. | Ik ben geen criticus en behoor dus niet tot N.S.' ‘hoogdravende critici.’ |
2. | Dat ik de televisieversie van ‘Hou je aan je woord’ niet voor mijn rekening wilde nemen, is een onwaarheid, die N.S. had kunnen voorkomen door een eenvoudige informatie. Ik ben wèl voor de radioversie uitgenodigd, niet voor de televisieversie. De heer Karel Prior heeft mij daarvoor nimmer gevraagd. |
3. | Dat ik het daglicht zou schuwen en daarom niet voor de TV zou verschijnen is al evenzeer een leugen, gelijk iedereen, die mij wel via de TV heeft gezien, weet. |
4. | Dat J.M. Prange, door de voorstanders van Sandberg's kunstpolitiek jaren lang achtervolgd met laster en pogingen tot broodroof, bang zou zijn, is een infame insinuatie, die uw weekblad, dat ik altijd met zeer veel genoegen en dikwijls ook met instemming lees, in de hoogste mate ontsiert. |
Ik begrijp niet goed waarom deze boosaardige aanval op de heer Prange en mij wordt gericht. Noch de heer Prange, noch ik hebben ooit de heer N. Scheepmaker een strobreed in de weg gelegd, hem ooit belasterd, hem ooit gepoogd te besmeuren door hem te drukken in de hoek der neofascisten, ooit zijn persoonlijke moed verdacht gemaakt. Waarom hij meent dit te onzen aanzien te mogen doen is mij een raadsel. Waarom uw blad aldus zijn vrienden en geestverwanten in de rug aanvalt evenzeer.
Henri Knap