is berichten, reportages, verslagen en overzicht apart te dateren en op de financiële pagina's soms drie verschillende data voorkomen. De berichtgeving is vrijwel geheel ‘eigen’, doch dagelijks worden enkele opmerkingen uit vooraanstaande buitenlandse bladen weergegeven, waaraan Nederland vrijwel nooit te pas komt, maar Frankrijk altijd zonder dat er een bepaalde voorkeur voor een bepaalde Franse krant valt te ontdekken. Het aandeel van de financiëel-economische redactie in het totale redactionele volume ligt belangrijk hoger dan bij de vergelijkbare Engelse, Franse en Amerikaanse kranten, doch het financiëel economische omvat ook vrijwel de gehele Europese integratie en bijna de hele Amerikaanse berichtgeving. Bovendien wordt in meer sociaal-economische kwesties het accent op economisch gelegd (lonen, arbeidsvoorwaarden, c.a.o.-discussies). Dit is echter in overeenstemming met de wetgevende arbeid van het westduitse parlement, die ruwweg ook voor 75 pct economische kwesties betreft.
De houding van de FAZ ten opzichte van de Ruhr is objectief, doch bijzonder kritisch. Naast een behoorlijk ontzag heerst er dan ook aan de Ruhr nogal eens enige wrevel over de berichtgeving en de wijze van interpreteren of toelichten. De krant heeft vertrouwen in de politiek van de Bondskanselier, doch evenzeer in de betekenis van de vrije markteconomie. De positieve instelling t.o.v. de officiële Bondspolitiek gaat de buitenlander wel eens wat ver. Daar staat dan tegenover, dat essentiële denkbeelden in het belang van de wereldvrede ook hun weg naar de FAZ vinden wanneer zulks de kanselier niet zeer welgevallig is. In het algemeen zou men kunnen zeggen, dat waar Adenauer en de Ruhr gelijk denken de FAZ lichtelijk alert is. Het blad was bijv. een voorstander van het behouden van contact met de Leipziger Messe (wat de Ruhr niet wilde en Morele Herbewapening ook niet wil) omdat er op die manier althans een ‘gat’ in het gordijn bleef bestaan.
De parlementaire berichtgeving is uitgebreid, waar het gaat om nationale politieke kwesties. Met meer technische kwesties (bijv. op het ogenblik de verdere herziening van het vennootschapsrecht) lijkt men op het standpunt van de Amsterdamse bioscoop De Uitkijk te staan: het goede bericht komt er tenslotte toch. Dat gebeurt dan in de vorm van een uitvoerig becommentariëerde samenvatting van wat er aan de hand is. In moeilijke kwesties, zoals de positie van de DDR, volgt men overwegend de methode te spreken over ‘Mitteldeutschland’ en soms kortweg over de ‘Zone’ (vanwege de vroegere Sovjetrussische bezettingszone). De berichtgeving uit en over de DDR is onvoldoende, hetgeen temeer jammer is daar bij de DDR-autoriteiten een voorzichtige erkenning bestaat van de objectiviteit der FAZ; in de demagogische commentaren van de DDR-Deutschlandsender wordt zelden gescholden op de FAZ, mede omdat de redactie te veel onverdachte figuren bevat ondanks het enigszins conservatieve en Adenauergezinde karakter van het blad. In Bonn wordt het blad gerespecteerd, maar niet bemind. Aan de Ruhr bestaat in de industrie een heilzaam respect voor het blad. Dit richt zich echter meer op de volledigheid van de berichtgeving dan op de mentaliteit. Er is een zekere parallel met het Nederlandse Financiële Dagblad, dat in het algemeen de denkbeelden van de industrie deelt, maar af en toe met bijzonder onafhankelijke financiëel-economische commentaren voor den dag komt. In kostprijskwesties ligt meestal de academische lijn van de FAZ op het niveau van de Ruhr, maar wat handelspolitiek betreft is het blad de Ruhr wel enkele decennia vooruit.
Ligt in het land van het Wirtschaftswunder het accent bij een krant voor de leidende elementen onder de bevolking uiteraard sterk op het economische, toch heeft de FAZ een vrij uitgebreide culturele activiteit. Deze is echter heel sterk ‘praktisch’ ingesteld, d.w.z. op het contact tussen de volkeren in alle denkbare schakeringen. Daarbij is dan evenwel veel in de trant van Mozart auf der Reise nach Prag en Goethes Italienische Reise, geromantiseerd en zelfs een tikje wee. Er wordt zelfs romantisch gedaan over het jeneverdrinken door Ruhr-arbeiders die komen kopen in Holland en Edammer mee terug naar Wattenscheid brengen. Niet kan er echter aan worden voorbijgegaan, dat alle vaak nogal controversiële cultuurmanifestaties uitgebreid worden behandeld, om het even of het letterkunde, beeldende kunst, drama of film betreft. Maar de Sehnsucht naar het zartlich romantische is er nog lang niet uit. Dit lichte typisch-Duitse heimwee naar het geperfectioneerde evenwicht achter een verre horizon vindt in de FAZ, afdeling ‘feuilleton en cultuur’ wel een afspiegeling, maar nauwelijks analyse, laat staan synthese. Het verstandelijke en begaafde heeft zich overwegend ontladen in de politieke rehabilitatie en de economische wederopbouw. Op zijn werkelijke zending in het midden tussen Oost en West met alle problemen, doch