[Een Sartriaans melodrama?]
passen om de aandacht gespannen te houden en de betrokkenheid van het publiek bij de situatie te vergroten. Het is niet mogelijk om daar in dit verband nauwkeurig op in te gaan maar al wie het stuk gaat zien (hetgeen ik de goede verstaander hopelijk reeds heb aangeraden) zal zich er rekenschap van kunnen geven dat dit onder meer gebeurt doordat de personen op het toneel voortdurend in een spel- of een strijdsituatie tegenover elkaar worden geplaatst. Zij maken afspraken, beloven elkaar dingen, leggen geloften af, hebben geheime klopsignalen, zullen bepaalde dingen voor elkaar geheim houden of juist uitspreken, hetgeen telkens weer een kleine spanning oproept, of men zich aan die afspraak, die gelofte, die spelregels zal houden. De toeschouwers worden op deze wijze gedwongen bij stukjes en beetjes op het gebeuren vooruit te denken en, ook al ontgaat hun aanvankelijk de grote lijn, toch in het gebeuren meegesleept.
Wie zich dit realiseert kan moeilijk anders dan bewondering krijgen voor de dramatische gaven van Sartre die zich bijzonder veel moeite heeft getroost om zich niet in schoonschijnende symbolische nevelen te hullen, maar zich een veeleisende, alles verklarende schrijfwijze heeft opgelegd om zijn ideeën aan de (gewone) man te kunnen brengen; hetgeen die andere gerenommeerde eigenschap van de Franse cultuur, de fameuze ‘clarté’ ook van hem eiste. Men zal zich dan ook kunnen voorstellen dat het mij in hoge mate onbillijk voorkomt hem een krantenkop als ‘Geforceerd melodrama’ (Het Parool, wellicht afkomstig van een koppenzetter) voor de voeten te werpen.