Hollands Weekblad. Jaargang 3(1961-1962)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Op goed geluk F. Sivry Kijk, daar komt het geluk. Het lijkt op mij. Dat moet, want ongeluk Gaat mij voorbij. Een simpel mens, dat is hij. Hij ziet het einde niet, De grenzen van zijn jaargetijden, De appels van een beter soort. Hij kent niet het gemis Dat hij veroorzaakt, de dictatuur Van solospelers, het uur Waarin zijn klein geluk niet geldig is. Hij weet niet dat er dieren zijn Met kromgetrokken poten, Rivieren die de Rijn Verwensen, en mensen zoals hij. Hij leeft bij de dood van anderen. Hij ziet de zon dagelijks Verdwijnen, de metamorfose Van kleine kinderen tot grote. Wat praat hij van gelukkig, Steeds achterstallig In zijn denken, doen en laten, Gebrekkig, en zelden dronken. Zijn onverhuld gelijk Alleen al maakt hem wit En zwart en ongeschikt Voor meer dan lachend wachten. Ja, het smeltend geluk Houdt lang, niet altijd, stand. Het houdt mij soms, afwezig, Met dode vogels in de hand, En vriest dan op. Vorige Volgende