Hollands Weekblad. Jaargang 3(1961-1962)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De duizendpoot en zijn voorbereiding Een duizendpoot vol bang verstand hield steeds een pianootje bij de hand. Mocht een ondier hem verslinden dan zou men hem gemakkelijk vinden. Hij zou dan spelen: Bach of Liszt, al naar de toestand zulks verkiest. Vol ijver en dus op een draf kwam eens een vogel op hem af. De duizendpoot greep zijn klavier benieuwd en wachtte op het dier. Hap! dan ook, en: Gehapt! Bij het slikken moesten beide bijna stikken. In de slecht verlichte krop zette duizendpoot zijn piano op. Eerst speelde hij een rapsodie hoewel hij niet meer wist van wie. Daarna een Beethoven sonate, maar niemand had hem in de gaten. De wanhoop eindelijk al te na begon hij toen aan een cha-cha (cha). De stoutere diertjes van het bos dansten er meteen op los. De vogel zelf stond al die tijd de bek half open, de benen wijd. Vaag verwonderden zich velen dat duizendpoot zo goed kon spelen. Pas ongeveer te middernacht werd de muziek te traag en zacht. Ten slotte, na één luid accoord (nog vals ook) werd niets meer gehoord. Goede nacht; uit was de pret! Haast iedereen ging vermoeid naar bed. Moraal: Eerlijk duurt wel vaak het langst maar verliest het van de angst. En: Wie van pianospel wil leven kan dat heel goed, en ook heel even. Vorige Volgende