Rjocht en Sljocht
In zijn Autobiografisch Grafschrift schreef J. Slauerhoff een Nederlandse vertaling van een typisch Fries gezegde, meer luisterende naar de klank dan naar de betekenis, waardoor een misverstand moest ontstaan.
Tot recht begrip in het groter verband volgen hier de laatste drie strofen van het gedicht:
'k Verniel wat ik volbracht
Lachend den dood verwacht
Ik deins niet voor de grens
'k Nam afscheid van geen mensch
Toch heb ik nog een wensch
Het goede deed hij slecht
Hij stierf in het gevecht
Hij leidde recht en slecht
Het Friese woord ‘rjocht’ wordt wel zuiver weergegeven door ‘recht’, maar ‘sljocht’ niet door ‘slecht’.
Een Friese vriend, beter geschoold in de Friese taal en letterkunde, schreef mij: ‘Sljocht en rjocht as dy fan Boulsert’ (Boulsert is Bolsward): ‘in spreuk fan Gysbert Japiks’. ‘Dr. J.A. Wumkes seit fan Waling Dykstra syn ienfold: Dat sljochte en dat rjochte stie him sa mooi! Syn aerd wie earlikheid en ienfold’. Dus: ‘beide wurden binne yndied like gunstig’.
Nu: dat even gunstige kan niet worden verklaard van ‘recht en slecht’. In zijn wrange zelf-ironie liet Slauerhoff, die in Leeuwarden de Rijks-H.B.S. doorliep, het woord ‘slecht’, op de klank afgaande toe, zonder begrip van de oorspronkelijke betekenis: effen, eenvoudig, eerlijk. Geen der drie genoemde betekenissen past in het gedicht, en niemand zal beweren dat zijn leven door die drie woorden juist getekend zou zijn.
Julius de Boer