Roald Dahl: Kiss Kiss
N. Scheepmaker
De verhalen van Roald Dahl, verzameld in de pockets Kiss Kiss en Someone like you, zijn de insiders sinds lang bekend. De elf verhalen uit Kiss Kiss zijn nu, onder de titel Op weg naar de hemel (Kiss Kiss), in de vertaling van Hans Edinga als Meulenhoffse reuzenpocket verschenen. Dahls verhalen zijn alle, door humor getemperde, gruwelgeschiedenissen - ook al vloeit er meestal geen druppel bloed. Handafhakkerijen en dat soort weinig subtiele griezeleffecten worden door Dahl angstvallig vermeden, en als hij er op een groteske wijze nog wel eens gebruik van maakt, krijgt men als lezer de indruk van overbodigheid - zoals in het verhaal 't Zwijntje. Ook maakt hij niet of nauwelijks gebruik van bovennatuurlijke griezeleffecten, zodat zijn lezers de donkere trapportalen na het lezen niet hoeven te vrezen. Het enige verhaal dat een bovennatuurlijke kat herbergt, Edward en Louise, is op zichzelf volmaakt - maar echt schauderhaft is het niet. Het gruwelijke in Dahls verhalen schuilt in de afschuwelijke desillusie die zijn figuren te verwerken krijgen. Men heeft zijn zinnen, of al zijn hoop, of al zijn verwachtingen op iets gezet - en het gaat niet door, integendeel, de hoop vergaat in haar tegendeel, in wanhoop, de verwachtingen worden niet alleen niet bewaarheid, maar krijgen een draai die alles nog veel erger maakt. Het gruwelijkste verhaal in de bundel is dat van de antiquair, die voor een prikje een zeer zeldzaam meubel denkt te kunnen verwerven. Zijn illusie verkeert niet alleen in een desillusie doordat hij het meubel toch niet krijgt, maar uit verkeerd begrepen welwillendheid wordt hem het meubel in stukken gezaagd aangeboden. De logische, precieze lijn van geleidelijkheid, volgens welke Dahl dit verhaal afwikkelt, maakt het meer ‘horror’ dan welk gruwelverhaal ook. Het meest krasse voorbeeld van een illusie die in een desillusie verkeert, treffen we aan in het verhaal Een
blijvertje. Een vrouw is bevallen van een min jongetje en zij is bang dat zij hem, evenals haar voorgaande kinderen die op zeer jeugdige leeftijd stierven, zal moeten verliezen. De laatste zin van dit verhaal luidt: ‘Hij moet blijven leven, Alois. Hij moèt, hij moèt... O mijn God, wees dit kind genadig...’. Alois is haar echtgenoot. Zijzelf heet Klara, het kind zal Adolf worden gedoopt: Adolf Hitler. A true story, voegde Dahl aan de titel toe, en inderdaad: Klara had al haar kinderen (Gustav en Ida) verloren toen zij Adolfje baarde, alleen vermeldt Alan Bullock in zijn Hitler-biografie geen Otto, van wie in Dahls verhaal ook nog sprake is. De desillusie in dit verhaal is in de (bekend veronderstelde) toekomst verwerkt. Dahl wacht zich er natuurlijk wel voor zijn verhaal af te ronden met een zin als ‘Zoals de lezers weten heeft deze Adolf Hitler zich later ontpopt als...’. Ook zijn andere verhalen drijft hij tot zover door, dat wij de afloop wel kunnen raden. Zijn uitgebalanceerde verteltrant maakt hem dit mogelijk. De vertaling van Hans Edinga, die voortreffelijk lijkt zolang men er het origineel niet bijhaalt, blijkt op sommige punten Dahls uitgebalanceerde schrijftalent te miskennen. Men vraagt zich bijvoorbeeld met verbazing af, waarom in de vertaling de volgorde van de verhalen veranderd is! Dahl heeft ongetwijfeld zijn gegronde redenen gehad voor de oorspronkelijke volgorde. Het lijkt bijzonder eigengereid en volmaakt overbodig die volgorde te veranderen, en bij één verhaal springt het nadeel ervan zeer duidelijk in het oog. Het Hitler-verhaal staat in de vertaling voorop - terwijl het, inplaats van de teneur der andere verhalen aan te geven, er juist tussenuit springt als een uitzondering. Dahl had het daarom verstopt op de achtste plaats, het daarmee zijn uitzonderingspositie enigszins ontnemend. Verder kan men zich erover verbazen, waarom de titels van enkele verhalen zo vrij zijn
vertaald. Ook hier valt dit weer het meeste op bij het Hitler-verhaal dat van Genesis and Catastrophe (a true history) wat erg bleekjes metamorfoseerde tot Een blijvertje, - zonder meer. Waarom, zo vraagt men zich af, werd a true story weggelaten? En was Genesis and Catastrophe zo moeilijk letterlijk te vertalen? Zo niet, waarom dan dat blijvertje? Iets dergelijks geldt voor andere titelvertalingen. Na William en Mary (letterlijk vertaald) komt Edward en Louise als vertaling van Edward the Conqueror... Why? Het grootste vraagteken moet nochtans geplaatst worden bij de vertaling van het verhaal Een blijvertje - er zijn meer mensen over Hitler gestruikeld. De eerste zin van dit verhaal luidt in de vertaling: ‘Een volkomen normaal verlopen bevalling, Frau Hitler’, zei de dokter. De pointe wordt in de vertaling derhalve al in de eerste de beste regel weggegeven, terwijl Roald Dahl zelf daar bladzijden mee wacht. Alweer de vraag: waarom in vredesnaam? Omdat we anders niet meteen zullen begrijpen dat het om ‘Frau Hitler’ gaat? Vanwaar die bezorgdheid van de vertaler, als die niet door de schrijver wordt gedeeld - en terecht niet!