Het Cobra-schilderij
Notities over contemporaine schilderkunst (IV)
W.A.L. Beeren
Het materie-schilderij, het actie-schilderij, het schilderij van Miro, dat zijn de schilderijen van vandaag. Er zijn ook schilderijen die niet van vandaag zijn, maar daarom bepaald nog niet van gisteren. Wat Ben Shahn in Amerika schildert, Sidney Nolan in Australië, Hegeducis in Joego-Slavië, Bacon in Engeland en Westerik in Nederland, heeft ook alles te maken met schilderkunst en met onze actualiteit. Ze zijn de gerespecteerde achterhoeders die misschien in de toekomstige praktijk van kunsthandel, biennale, en kunstpolitiek meer naar voren zullen komen, maar m.i. zeker een behoorlijke kans maken in de toekomstige geschiedschrijving van de kunst een veel grotere plaats te gaan innemen dan zij thans doen in het maatschappelijk kunstleven. Een andere minder succesrijke groepering is die der constructivisten, structuristen, situationisten e.d., allen lieden die, met onderlinge verschillen, de objectieve meetkundige vormen laten domineren over de impulsieve, geïnspireerde lijn. Misschien hebben de grote talenten hier reeds de kracht verbruikt, zeker hebben de geometrici veel meer historie dan hun dionysischer collegae. Mondriaan, Sutherland, Malevitch, Pevsner hebben tientallen jaren geleden onvergelijkelijk waar gemaakt wat nu nog steeds een artistieke inspirerende inventie is. En toch bestaan er mensen als de sculpteurs Biederman, Bornstein, Martin en bij ons Visser en Volten die met de harmonische en speelse, soms muzikale toepassingen van de geometrie geen academisme bedrijven, doch hun zuivere verbeelding en plastische kracht in dit jargon kunnen uiten.
Dat ik in deze reeks vóór hen schrijf over het Cobra-schilderij, komt omdat de grote beweging die Cobra geweest is, meer relatie toont tot het heden van actie- en materieschildering en in zekere zin de voorwaarde daartoe is geweest.
Vandaag is Cobra historie, hoewel minder historie dan men wel aanneemt: de Deen Jorn is niet wezenlijk veranderd, de Belg Alechinsky schijnt meer Cobra dan tien jaar geleden, Lucebert is een man die nu schildert in een Cobra-stijl, zoals hij er eertijds al in dichtte en tekende. Maar goed, men kan volhouden: zij is historie: een heel nummer van het Museum Journaal wordt aan haar geschiedenis gewijd, artikelen over haar vindt men in Quadrum en zelfs in L'oeil, de Denen zijn, buiten Jorn, vrijwel vergeten of althans op de achtergrond geraakt, de Nederlanders zijn gearriveerd in een andere stijl. Dat zijn feiten die vertellen dat de in 1951 formeel opgeheven Cobra inderdaad een stuk verleden is. Maar het is een verleden dat het heden intrigeert. De correspondentie tussen wat nu spontaan, actueel, historieloos geschiedt, heeft toch dat Cobra-verleden dat blijkbaar kon dienen als springplank naar de bevrijding. Hoe liggen de relaties? Zijn er relaties? Dit zijn vragen met een historische waarde, maar ik kom er niet onder uit ze te stellen en met het meest recente heden in verband te brengen.
Weinige jaren na de oorlog - in 1948 - werd hier in Nederland de Experimentele Groep opgericht, waarbij met name de schilders Appel, Corneille en Constant sterk waren betrokken. In november van dat jaar besloot men samen te werken met avantgarde stromingen uit Denemarken en België, die samenwerking werd uitgedrukt door de beginletters van de eigennaam van de groep, die de literator Christian Dotremont er voor uitvond: COBRA, dat wilde òòk zeggen: COpenhagen, BRussel, Amsterdam. Zeker is dat de organisatorische bijdrage van de Belgen groot is geweest, maar dat de sterkste stuwkracht bij deze vereniging van verschillende naties de schilder, archeoloog, folklorist en collectioneur Jorn is geweest. En toen op de Cobra-tentoonstelling die in 1949 in het Stedelijk Museum te Amsterdam werd gehouden, zich daar één stijl scheen te demonstreren, die van een felkleurige met beesten en kobolden overbevolkte wereld, was het nieuwe iconografische schema zonder kijf afkomstig van de Denen die reeds in en voor de oorlog een dergelijke fantastische wereld hadden opgeroepen.
Maar ineens, ook na de vriendschappelijke contacten: ineens, is 't er dan, het schilderij met de nieuwe voorstelling, met de mysterieuze vogels, met de domme en nieuwsgierige kobolden, met de grimassen der negermaskers, met de fauneske wezens, met de honden en katten, met de manen en