Links, rechts, links, rechts...
J. Roukens
Waarom bruit de worm? Hij is in zijn kop gebeten; maar hij vergiste zich, het was zijn staart.
..... en loeiend vluchtte hij door de porceleinkast. Als ik u niet overschat mijnheer, moet u dit toegeven: u bent gebeten, maar weet niet waar. U weet wel waarop - vergeef mij de woordspeling - en holt bij de geur van onraad, die van een heel andere kant kwam, voort in de richting waarin u - vergeef mij nzu de suggestie, maar wat dat betreft doen wij toch niet voor elkaar onder - de laatste tijd meende dood te lopen.
Ik doe een greep uit uw stukje, het risico lopend dat u juist die zin niet meer zou onderschrijven. U verwijt mij, dat ik het in mijn stoel niet nodig vind, ‘verder moeite te hoeven doen voor identificatie met die joden die nog maar steeds iets tegen Eichmann persoonlijk hebben’. Of ik die moeite genomen heb interesseert u niet, gaat u ook geen bal aan. Maar waarom schreef u het dan: omdat ik die moeite nú niet neem. Inderdaad, dat stond bijna expliciet in mijn stuk.
Ik vind het niet gepast mij meer met deze joden te vereenzelvigen dan volgens mij mogelijk is. Enige tijd geleden maakte ik in Amsterdam een bijeenkomst mee waar naar aanleiding van Eichmann gesproken en gebulderd werd. Ik heb er gemerkt dat ik met de aanwezige joden maar voor een zeer gering deel kon meevoelen, omdat, naar ik voor mijzelf uitmaakte, ik in de verste verte niet had meegemaakt wat zij meemaakten. Simpel: maar kunt u zich voorstellen dat ik het als een ontrouw tegenover die joden beschouwde áls ik mij hun gevoelens eigen maakte?
Dat ik met mijn stuk geen mensen heb willen kwetsen, die niet zonder reden met rust gelaten willen worden, ligt voor de hand. Dat ik u gepijnigd heb, vergenoegt mij. Want hoewel ik er van overtuigd ben dat onze mening over veel zaken niet ver uiteen zal liggen, bent u tot die mening