Verlammend verstand
J.J.D. Rijk
Met de verstandige analyse die A.F. Luyendijk in het vorige nummer gaf van de positie van de liberalen tegenover de Telegrafisten, kan men het alleen eens zijn voorzover men tevreden is met de koers die de VVD nu vaart, of liever dobbert in de tevredenheid van de hoogconjunctuur. Dat betekent dus steunen op de stemmenwinst die o.a. afhankelijk is van de luimen van de Telegrafisten, en dus, zegt Luyendijk, is men ook van hen afhankelijk. Dat ze antisocialistisch zijn is dan geen doodzonde en hun rancunes betekenen nog geen fascisme, maar liberalen zijn ze niet; en ik vraag me dan ook af met welke reden L. schrijft: ‘voor de kritiek in De Telegraaf moet de VVD nu eenmaal gevoelig zijn. Het is een pijnlijke realiteit die de liberale leiders moeten aanvaarden (enz.).’
Ik zie niet in welk belang Luyendijk die toch niet zonder reden in het H.W. schrijft en bepaald niet in De Telegraaf, erbij heeft de ‘liberale leiders’ te stijven in de waan dat ze vooral toch deze volstrekt onliberale kiezers moeten behouden. Natuurlijk is het onverstandig stemmen nodeloos overboord te werpen, maar deze verstandigheid is nu juist vernietigend voor de VVD als liberale partij; het dwingende ‘nu eenmaal’ is de reden waardoor iedereen die hoopt dat de nederlandse politiek weer eens een onbevangen liberale visie kan vernemen, bij de VVD de dood in de pot vindt. Alleen bij een ‘verstandige’ politiek op de korte baan, vindt men het afstoten van de on-liberalen een risico. Het stemmenbehoud van Oud heeft geleid tot malaise, onmacht op een vergroot aantal stoelen, en alle uitwegen zijn ermee afgesloten. Het is juist een andere, liberale onvrede, die de VVD zou moeten inspireren en die deze partij een betrouwbaarder aanhang zou kunnen geven: een onvrede met een maatschappelijk bestel waarin nog lang niet voor iedereen eenzelfde liberale kans bestaat. Maar deze potentiële aanhang bedankt ervoor met de doorgewinterde rancuneuzen in hetzelfde schuitje te zitten, en wantrouwt leiders die hen daarvoor uitnodigen. De volgende liberale leider zal duidelijker kleur moeten bekennen dan in het Scheveningse circus; min of meer instemmende en berustende analyses als die van Luyendijk zullen hem niet dwingen in die richting.