van den oorlog, voor een ieder op beknopte, duidelijke en onpartijdige wijze uiteengezet, mitsgaders enz. - Polemologische Studie No. 1 van het Koninklijk Nederlands Polemologisch Instituut. De bestellingen, uit China, de Sowjet-Unie, Israël, Cuba, Zuid-Afrika, kortom de gehele wereld, stromen binnen, de Staatsdrukkerij (of J.B. Wolters) maakt voor het eerst een miljardenwinst, president Goldwater reist naar Peking, luit een verbond van eeuwigdurende vriendschap met Mao Tse-Toeng, en wordt genoemd tot Grootkruis in de orde van de Rode Hemel. Werelddankdienst in de Sint Pieter te Rome, Koningin Juliana en Paus Johannes XXIII gaan gezamenlijk voor in gebed. Tomeloze vreugde in alle landen.
Zo zal het zeker gaan, daar hoeven wij niet aan te twijfelen. Of zijn wij wat voorbarig? Misschien zijn wij reeds te laat, verklaart zorglijk onze hoogleraar. Men stelle zich de tragedie voor: juist op het moment dat hoofdcorrector Berend Lutjeterpen van opgemeld instituut de laatste drukproef van Studie No. 1 heeft doorgeworsteld (- dat viel niet mee, al die moeilijke woorden!), drukt premier Chroesjtsjow, satanisch lachend, op de knop. Vijftien minuten later wordt Groningen door een voltreffer in de lucht geblazen. Einde van alle nobele bedoelingen.
Nobele bedoelingen, uitstekend. Maar mag men van een hoogleraar niet meer verwachten? Oorlog, zo kan men weten, is geen aardbeving, geen kanker, en geen insektenplaag. Chroesjtsjow drukt op de knop: oorlog. Wilhelm II valt België binnen, Hitler Nederland: oorlog. Aanval van Japan op Pearl Harbor: oorlog. Oorlog, met andere woorden, is het gevolg van een menselijke beslissing, of van een gebrek aan beslissing kan men misschien beter zeggen, van een toegeven aan dwaze hartstochten. Dat klinkt naief, nietwaar, oppervlakkig en onwetenschappelijk. Oorlogen immers, zo leert men al op de HBS, oorlogen hebben óórzaken en een áánleiding. Wat waren de oorzaken van de Peloponnesische Oorlog (4)? En wat was de aanleiding? Wij onderscheiden politieke oorzaken, economische oorzaken, sociale oorzaken... Nee, wij moeten dat niet uit het hóófd leren, wij moeten dat begrijpen. Om te begrijpen, daarvoor zijn wij op de HBS.
De HBS-leraar, en de hoogleraar, die nog diepzinniger wil zijn, dwalen. Oorlog is geen interessant mysterie, een vette kluif voor wetenschappelijke onderzoekers. Een oorlog heeft geen oorzaken, evenmin als een moord dat heeft. Bij een moord spreekt men van een dader, en ook bij een oorlog behoort men dat te doen. Er is een reeks van omstandigheden (men zie de handboeken der geschiedenis), en de politieke leider of leiders, getergd of opgehitst, overmoedig of misdadig (vooral dit laatste), besluiten tot oorlog. Het volk juicht, Jaurès wordt vermoord, en daar vallen de eerste schoten al. Zo is het altijd gegaan, zo zal het altijd weer gaan. Alleen zal er volgend maal wat minder gejuicht worden.
Wat wil men nu in 's hemelsnaam onderzoeken? Dat men deze eenvoudige waarheid toch onder de ogen zie: de mens kan, in welke omstandigheden ook, besluiten geen oorlog te voeren. Als wij in de toekomst een atoombom op het hoofd krijgen, dan zullen een aantal onverantwoordelijke dwazen daar de schuld van zijn. Niets of niemand zal hen kunnen rechtvaardigen, niet de knapste studie van een polemologisch instituut. Daarmee is alles, ja alles gezegd. Maar maak dat een hoogleraar eens duidelijk, en de gebrilde bleekneuzen die hun leven zo graag aan de wetenschap en de vrede wijden - op kosten van de gemeenschap natuurlijk. En ook ditmaal zal de gemeenschap wel weer betalen.