Alle deskundigen zijn het er over eens dat Holland gevaar loopt humus te verliezen. Toch heeft men in Amsterdam, dat een leeuwendeel aan humus zou kunnen produceren, hiervan afgezien omdat... wel, politiek en deskundigheid staan zelden met elkaar op goede voet.
Ik wou maar zeggen dat men de Corsikanen, die voor hun directe levensbehoeften bezig zijn in hun onderontwikkeldheid niets hoeft te verwijten.
Dat wil niet elk onoordeelkundig gebruik van de bodem goedpraten. Er zijn plaatsen, o.a. in Spanje, waar men zelfs de kleinste struikjes met wortel en tak uit de grond rukt om de bakkersovens te stoken. Daar ziet men inderdaad het skelet van de grond te voorschijn komen. Maar ook daar kan men de meestal arme bewoners niets verwijten. Zolang de regeringen geen geld en deskundigen ter beschikking stellen, worden de mensen wel gedwongen om met minder deskundige, eventueel roofbouwmethoden hun bestaan te rekken.
Er is nog iets wat ongelooflijk irritant klinkt uit de mond van dikke, luierende naakte mensen: de Corsikanen zijn zo lui. Dat heb ik tot nog toe van elk zuidelijk of oosters volk gehoord: ze zijn zo lui, ze zijn onbetrouwbaar (nooit op tijd etc.), ze zijn vies, ze kunnen met weinig toe.
Behalve de Duitsers misschien, wier energie we reeds lang met argwaan bezien, blijkt geen enkel volk in een warm klimaat zo hard te kunnen werken als wij het op onze gematigde breedten heten te doen.
De Hollandse kolonies in de West en nu nog steeds op Nieuw Guinea hebben zich nooit tot bloei kunnen ontwikkelen bij gebrek aan voldoende (goedkope) inheemse arbeidskrachten. De arbeidskracht van de blanken is blijkbaar in een tropisch land ook niet meer wat ze zou moeten zijn. Toch hoort men het elke oud-Indisch gast zeggen: de Javanen zijn een goedaardig maar lui volk. Een Hollandse consul in een Spaanse plaats vertelde me: de Spanjaarden zijn een lui en onbetrouwbaar slag, men moet ze uit de hoogte behandelen, anders maken ze grapjes met je.
En nu dus weer die naakte dames en heren op het strand van Corsika.
Er was nog iemand waar men regelmatig kwaad van sprak. Een dennenbos dat tot aan het strand doorloopt, aangrenzend aan het naturistenstrandje, behoort aan een gravin. Als wachter was daarvoor aangesteld een verlopen graaf, die niets anders te doen had dan er te zijn en naturisten op hun territorium te laten blijven. Een oude magere man, met een Frans dametjesgezicht en bijpassende gebaartjes.
We zijn de eerste dag bij hem op bezoek geweest. Op een open plek in de schaduw van de lage kromme dennen stond zijn hut, een samenstel van planken, zakken en blikken. Aan de bomen in de omgeving hingen speeltuigen voor een tamme bonte kraai.
Bij het vertellen van mooi bedoelde verhalen (ik zeg niet dat ze niet mooi waren, maar wel dat ze speciaal zo bedoeld waren) zwaaide hij met zijn smalle vogelhoofd, waarin de ogen groot open stonden, terwijl zijn benige kleine handen als vleugeltjes rond zwabberden.
De kraai zat op zijn schouder of hupte rond en gapte koekjes die hij in de grond stopte. Soms spoog hij wat in het oor van de graaf, zoals kraaien bij hun verloofde of jongen in de bek doen. Tegen ons was hij afwerend en pikkerig alsof hij jaloers was.
Een paar dagen later werd de kraai doodgeschoten door toevallig passerende jagers. De graaf was getroebleerd. Ik kon me zo goed voorstellen de haat van Léautaud tegen alle jagers, zijn plezier als hij in de krant las over jagers die zich bij schoonmaken van hun geweer dodelijk verwondden.
Er wordt in Frankrijk zo stompzinnig geschoten. Een kraai is oneetbaar, we zagen ook dat men schoot op een heel klein oeverlopertje. De weinige vogels die nog over zijn blijven ongewoon schuw. Merels die bij ons open in de bomen zingen en op straat rondvliegen, vluchten daar als ratten tussen de takken. Eén houtduif zag ik, razendsnel vliegend of hij aan alle kanten blootstond aan vernietiging.
De jagers hebben de kraai geschoten
tranen gleden langs de houten neus van de graaf
het eigen smalle vogelhoofd nu
zijn dameshandjes als grijpende vleugeltjes.
stilte naderde, niet weg te schreeuwen
onder de verkromde dennen.