functies van het secretariaat steeds verder. Alle belangrijke vraagstukken kwamen in Hammarskjölds werkvertrek op de 38ste verdieping terecht, en al handelde hij ze niet allemaal zelf af, toch werd zijn bureau de plaats waar het boeiendste en meest stimulerende werk van het secretariaat vrijwel geheel verricht of voorbereid werd. De andere afdelingen van het secretariaat verrichtten voornamelijk routinewerk. Het initiatief was in handen van de secretaris-generaal.
Hammarskjölds eigen staf verafgoodde hem. De leden ervan herinnerden bezoekers voortdurend aan de grote talenten van de secretaris-generaal, aan zijn politieke bekwaamheden, aan zijn vooruitziende blik en aan zijn nauwgezetheid. Deze stafleden, zelf bijzonder bekwaam, plachten een indrukwekkend getuigenis af te leggen van Hammarskjölds kwaliteiten. Dat klonk door in de lagere rangen van het secretariaat, ook al was er maar weinig gelegenheid tot contact tussen de secretaris-generaal boven in het gebouw en de eenvoudige ambtenaar beneden. Toch slaagde Hammarskjöld er op een opmerkelijke manier in zijn vierduizend ondergeschikten het gevoel te geven dat hij voor hen openstond en belang in hen stelde. Dat gevoel bleef bestaan ook toen zijn aandacht in toenemende mate werd opgeëist door wereldpolitieke vraagstukken.
Het werk van Dag Hammarskjöld in de Verenigde Naties droeg altijd de sporen van zijn persoonlijkheid en zijn stijl. En omdat hij een man van buitengewone hoedanigheden was had dat een versterkende invloed op het ambt dat hij bekleedde. Maar het was soms ook een bron van zwakheid.
Bij affaires als in Suez en de Kongo zijn van het begin af aan de belangen van grote en kleinere machten betrokken. Die landen maken gebruik van allerlei dwangmiddelen, zo nodig zelfs van oorlog, om veilig te stellen wat zij als hun belangen zien. Hun leiders worden gewoonlijk geruggesteund door politieke organisaties in het eigen land. De Verenigde Naties moeten het echter zonder een dergelijke steun stellen. Hun secretaris-generaal heeft geen divisies tot zijn beschikking, zelfs geen enkele politieman. En mocht zijn organisatie al gebruik van soldaten mogen maken, dan zorgen de leden-staten er wel voor dat dat gebruik beperkt is en dat hun recht op het terugtrekken van hun bijdrage steeds van kracht blijft. De secretaris-generaal staat, wanneer het om belangrijke politieke kwesties gaat, dan ook praktisch alleen. Evenmin heeft hij de kans veel persoonlijke popularitieit te kweken bij de grote massa van de wereldbevolking zolang zijn woorden de zeef van de nationale regeringen moeten passeren. En als zijn activiteiten zich rustig voltrekken zullen er bovendien maar weinig woorden gesproken worden. Alsof dat nog niet genoeg is, Hammarskjöld zou waarschijnlijk niet de gemeenzaamheid en het gemakkelijke optreden bezeten hebben dat karakteristiek is voor grote politieke figuren.
Omdat hij het zonder eigen politieke ruggesteun moest doen, moest de secretaris-generaal voortdurend de stemmen in de Algemene Vergadering tegen elkaar afwegen en steeds nieuwe coalities creëren om met vrucht te kunnen blijven werken. Maar aangezien zijn diplomatie een persoonlijke diplomatie was kon hij ook persoonlijk worden aangevallen. Hij alleen vormde het doelwit van de verwijten. Gedurende de onderhandelingen in de Kongo onderging hij dikwijls dergelijke kritiek, uitgesproken of bedekt, van de kant van Afrikaanse en Aziatische landen wier loyale steun hij juist zozeer begeerde.
De Sowjetunie attaqueerde hem, na eerst een reeks juridische bezwaren te hebben geopperd, tenslotte persoonlijk. Te beginnen met Chroesjtsjof gingen de Russische leiders van hoog tot laag Dag Hammarskjöld te lijf, en zij gaven hun aanval extra gewicht door een zodanige reorganisatie van het secretariaat-generaal te eisen dat iemand van Hammarskjölds kwaliteiten en talenten nooit meer met vrucht werkzaam zou kunnen zijn. De Russische aanval vond enige weerklank bij de regeringen die zich benadeeld of tegengewerkt achtten bij Suez of in de Kongo. Het was dus juist Hammarskjölds talent voor het bewerken van compromissen - compromissen die onvermijdelijk een rest van onenigheid achterlieten - dat zich tegen hem keerde.
Hammarskjölds dood, hoe tragisch op zichzelf al, had moeilijk op een ongunstiger tijdstip kunnen komen. Nieuwe moeilijkheden staken de kop op in de Kongo, waar de rust aanvankelijk scheen weer te keren. De Algemene Vergadering stond op het punt zich te zetten aan de behandeling van een agenda waarop belangrijke en moeilijke vraagstukken vermeld stonden, sommige waarvan verband hielden met denkbeelden die Hammarskjöld zeer ter harte gingen. De organisatie van het secretariaat en de bevoegdheden van de secretaris-generaal zouden onderwerp uitmaken van een naar alle waarschijnlijkheid beslissend debat. Het secretariaat bleef onder die omstandigheden zonder leider achter. De Algemene Vergadering werd beroofd van zijn meest ge-