Heilig doel
President Kennedy heeft een studiecommissie op ministerieel niveau ingesteld onder leiding van zijn broer Robert Kennedy, om na te gaan hoe het komt dat Rusland zich in de psychologische oorlogvoering alles schijnt te kunnen veroorloven, en Amerika niets. We hebben het indertijd gezien met Boedapest. Het was een van de plompste, tevens ploertigste streken uit de wereldgeschiedenis, en weliswaar was de hele ‘vrije wereld’ danig verontwaardigd en stuurde Nederland zelfs geen Olympische ploeg naar Melbourne, maar dat verhinderde niet dat Rusland zijn doel bereikt had en dat het prestigeverlies zo gering was en trouwens zo snel wegebde, dat Rusland er in feite zonder kleerscheuren uit te voorschijn kwam. En nu onlangs heeft Rusland dus weer iets dergelijks uitgehaald met de hervatting van de kernproeven. De eerste ontplofte bom kreeg een grote kop op de voorpagina's en enkele uitroeptekens. Maar sindsdien zijn er alweer een stuk of tien ontploft, waarvan de laatste ergens weggedrukt stonden op een binnenpagina. Hoe komt het toch, vraagt men zich terecht in Amerika af, dat wij geen vin kunnen verroeren of er komt herrie van in de ‘neutrale landen’, terwijl Rusland zich veel erger dingen permitteert zonder dat men daar ernstig tegen in verzet komt.
De reden is geloof ik vrij eenvoudig. Rusland werkt toe naar een z.i. ‘heilig’ doel, waarbij het niet schuwt de meest heidense middelen te gebruiken. Het gebruikelijke argument bij revoluties, dat het weliswaar onaangenaam is dat de heersende klasse wordt opgeruimd, maar dat het doel de middelen heiligt (een argument dat in feite door iedereen geaccepteerd wordt, zij het soms met esthetische tegenzin) wordt door de Sovjet-Unie al tientallen jaren gehanteerd, niet alleen tijdens de revolutie, maar ook toen die voltooid was, en nu nog steeds. Rusland leeft immers in een overgangsstadium, het is bezig van de ‘socialistische staat’ langzaam over te schakelen op de ‘communistische staat’, en zolang het grote, doel niet bereikt is, zijn dus alle middelen geoorloofd. Jarenlang hameren op de grote dingen die komen gaan heeft bereikt, dat iedereen het weet van dat doel en dat iedereen bij elke schoftenstreek van de Russen weliswaar hoofdschuddend zegt: ‘het is onbeschaafd, zo iets doet men niet’, maar dat men tegelijkertijd begrijpend opmerkt: ‘Maar ja, zoiets kun je ook niet hebben in zo'n land, dat nog volledig in opbouw is en dat nog altijd doende is de heilstaat te fabriceren. Pasternak? Het is natuurlijk beroerd, en eigenlijk ook bijzonder dom, maar ja, als je schrijft als hij dan vraag je ook om moeilijkheden...’
Amerika daarentegen heeft geen heilig doel. Men hoopt vagelijk dat de algemene levensstandaard omhoog zal gaan, men legt wegen aan, men probeert de negers gelijke rechten te gaan geven, men doet kortom van allerlei om het leven dragelijker, schappelijker en beter te maken, maar een doel ontbreekt. Wel staat men er natuurlijk op, de democratie te handhaven, maar ongelukkigerwijs is de democratie iets heel teers, dat eigenlijk alleen te handhaven valt als men er niets aan doet en het leven op z'n beloop laat, met als gevolg dat, zodra men iets doet ter verdediging van de democratie, de buitenstaanders meteen beginnen te smalen: ‘Dat noemt zich nou een democraat! Maar de communisten mogen geen rijksbetrekking hebben!’, of zoiets. Iedere daad van Amerika en het vrije westen, ontbeert de background van het doel, dat nog verwezenlijkt moet worden, en zal daarom op zijn eigen merites worden beoordeeld, terwijl iedere daad van de Sovjet-Unie daarentegen in het kader van het algemene streven wordt geplaatst en daardoor aan gewicht en importantie verliest; ten gerieve van Chroestsjov, en tot wanhoop van Kennedy.
N.S.