nen. De winkeljuffrouw is heel vriendelijk tegen de negerklanten, als ze iets kopen willen, maar ze kan niet in een ruimte met ze eten. Het contact tussen beide bevolkingsdelen in New Orleans is geringer dan het contact tussen de mensen- en hondenbevolking in Amsterdam. Wie op straat naast een neger loopt wordt bekeken als iemand in Amsterdam die zijn hond op de achterpoten naast zich laat lopen, en er mee converseert. De gebruikers van dit argument bleken trouwens zelf vaak bijzonder slecht op de hoogte van het probleem. Velen verklaarden dat het nu eenmaal ‘altijd zo geweest was’ terwijl ooggetuigenverslagen vertellen dat na de burgeroorlog de twee rassen in het Zuiden vrij normale omgang hadden. De
segregatie kwam pas met de opkomst van de industrie, en de haat-wetten zijn van de laatste tijd. De tweede argumentatie gaat als volgt:
Premissen:
1. | De negerdiscriminatie zet veel kwaad bloed in het buitenland, vooral in Azië en Afrika. |
2. | In de huidige situatie (Berlijn) is het van groot belang Amerika's goodwill te vergroten. |
Conclusie: de pers moet over de negerdiscriminatie maar zwijgen.
Met de twee premissen ben ik het eens. Uit deze twee volgt volgens mij de conclusie: de discriminatie moet zo snel mogelijk verdwijnen. En verontwaardiging in het buitenland is een vrij effectief indirect middel, want Amerikanen zijn zeer gevoelig voor wat het buitenland van ze denkt. Een vraag in de miss-America verkiezing: ‘Hoe kunnen we onze verstandhouding met andere landen verbeteren?’, een andere ‘Welke boodschap zou u het Russische volk willen geven?’. De antwoorden waren in overeenstemming met de schoonheid der candidaten. Van de plaatselijke overheid is geen oplossing te verwachten, die moet van de federale overheid komen, en een beetje pressie van bondgenoten en neutralen kan dan geen kwaad.
Sommigen zeiden het simpeler: ‘U bent hier welkom voor een vacantie maar bemoeit U zich niet met onze binnenlandse problemen’. Dan was het altijd genoeg een willekeurige krant op te pakken en te laten zien wat Amerikaanse journalisten schreven over de binnenlandse problemen van Cuba,
De tekeningenserie, ‘Gelijk spel’, in dit nummer is van Peter Vos
het Sovjetimperium, Frankrijk enzovoort.
Er waren ook vele blanken uitgesproken tegen segregatie. Zoals die advocaat die binnenkort een petitie indient om de beroemde Tulane-universiteit te integreren. Dit is, zo dacht men, een particuliere instelling waaraan de heer Tulane zijn geld naliet onder de voorwaarde dat hij wit zou blijven. De curatoren verklaren dus heel hypocriet dat ze het graag anders zouden willen, maar dat ze niet anders kunnen. Chinezen, en Afrikaanse negers worden trouwens wel geaccepteerd. Maar deze advocaat ontdekte dat het wel degelijk een staatsuniversiteit was, dat het testament in ieder geval onwettig was en dat er dus niets tegen integratie bestond.
Andere blanken zien in dat, afgezien van hun eigen opinies, rassenrelletjes geen prettig klimaat voor het aantrekken van nieuwe industriën vormen. Zij plaatsten de grote advertenties die de integratie van de lagere scholen in New Orleans dit jaar vooraf gingen en die, met andere maatregelen, maakten dat daar niet dezelfde tafrelen als het vorig jaar zich afspeelden. Het gaat hier om negen (9) negerleerlingen in heel New Orleans. Maar het is een begin. Er zijn andere, al geslaagde voorbeelden van integratie. De trams en bussen in New Orleans bijvoorbeeld, waar tot voor kort zwart achterin en blank voorin zat. Op een donderdagnacht werd deze regeling opgeheven, zonder een enkele moeilijkheid. Nog steeds zitten negers meestal achterin, en blanken altijd voorin (en in ieder geval nooit naast elkaar op één bank) maar het heilig principe is verbroken.
Iedereen weet dat de segregatie aan de verliezende hand is. Maar het probleem is het Tempo. De huidige burgemeestertjes, rechtertjes en politiecommissarisjes hebben maar een doel: dat het hun tijd nog duurt. De federale overheid is erg bang om in te grijpen. CORE is strikt ongewelddadig, maar er zijn hardnekkige geruchten van door negers aangelegde wapenvoorraden. De enige hoop op een vreedzame oplossing is dat het de segregationisten duidelijk wordt gemaakt dat ze een economisch belang hebben bij het opgeven van hun barbaars principe.
Van New Orleans naar het Westen bussend moet zelfs de grootste relativist en cynicus verademen als hij op de wachtkamer van Van Horn, nota bene nog in Texas, het ostentatieve ‘all passengers welcome’ ziet staan. Ik zit liever niet naast een neger aan de toonbank. Evenmin als naast een blanke, omdat ik wat elleboogruimte prettig vind. Maar in Van Horn vormde dat het ontwaken uit een boze droom.