je nog iets anders voor, dacht ik met geraffineerde verbeeldingskracht: de sirenes gaan, onze man kruipt in zijn kelder na vlug een paar paniekers neergelegd te hebben, en de bommen vallen heel ergens anders, zodat de kelderloze omwonenden ook in leven blijven. En dan het ogenblik dat hij zegt, Kom, ik ga eens kijken hoe het buiten is. Hoe dan ook: wat een bende, dacht ik, maar misschien is het meegevallen?
Aan de ene kant heb ik geen hoge verwachtingen; aan de andere denk ik wel eens, misschien hebben ze geluk gehad en zijn ze verlost van de gelijkhebbers. Het is bij ons te laat om er nog iets aan te doen, maar als jullie toch net een schone bladzij hebben opgeslagen, dan was er tenminste de kans dat je aan de gelijkhebberij iets zou doen. Bij ons is het verschrikkelijk. Het is nu al zowat vijftig jaar geleden ontdekt, en twintig jaar lang gemeengoed geweest, dat de mens gedreven wordt door allerlei rare en eigenlijk niet eens fatsoenlijke prikkels. Daaruit is de ontdekking voortgekomen dat als mensen zich misdragen, dan moet je ze niet uitschelden en in een hok opsluiten, maar proberen om een beetje aan de werking van die prikkels te modderen zodat er een ander resultaat van komt. De mensen met taktiek behandelen in plaats van met de stok, dat is ongeveer het systeem. Je had kunnen denken mooi zo, dat zal ze goed van pas komen in de politiek, vooral nu daar de ideologie net weer is komen opzetten, na een tijd van betrekkelijk beschaafd cynisme. Vergeet het maar. Het heeft niets geholpen. Ik zeg niet dat je precies hetzelfde had kunnen doen als met iemand die zich voor eigen rekening misdraagt, want je kan niet een vijandelijk staatshoofd op een stoel zetten en zeggen, hoor eens vriend, er klopt iets niet bij jou. Natuurlijk niet, maar het was wel denkbaar dat het gewoonte zou worden om een kritische afstand te bewaren van alle grote woorden van de internationale politiek, genoeg tenminste om in te zien dat onenigheid het kenmerk is van alle machtsverhoudingen, onverschillig of je er morele
overtuigingen bijhaalt ja of nee. In plaats daarvan is het hoogste woord weer aan allerlei druktemakers, die de verering van hun eigen beginselen zover voeren dat de tegenstander al veroordeeld is doordat hij niet zijn eigen belang verzaakt heeft om het hunne te dienen.
Je was nog te jong, maar als je wel eens iets over deze tijd gelezen hebt, zul je zeggen dat de Russen en hun kameraadjes het op dit stuk nolens volens toch nog heel wat bonter maakten dan de Amerikanen en de hunne. Dat is zo. Totalitaire regeerders zien niet graag skepticisme over hun argumenten om zich heen. Niettemin zou ik willen dat wij er ons meer in geoefend hadden, al was het alleen maar omdat zo'n grijzende beschaving als de onze in haar eigen ogen belachelijk wordt met die juveniele eenkennigheid. Ik geef je als voorbeeld wat ik onlangs van Cyril Ray las in de Spectator: hij is net met een NBBS-boot naar Amerika gevaren, en terwijl Berlijn daar dagelijks het voornaamste onderwerp van conversatie was, wilde geen van de honderden Amerikaanse studenten in een discussie het op zich nemen om voor de gekkigheid als advocaat van het Russische standpunt op te treden.
Daar zie je dan aan dat bij ons de praktijk ook niet zo ruim is als de beginselen; maar ik wil je niet de indruk geven dat alleen de Amerikanen in alles tekort schieten - zij hebben het toch al het moeilijkst, en krijgen van iedereen steeds aanmerkingen. Als je Nederland neemt, kan je je onaangename lachen bijna niet houden bij het zien van de verontwaardiging over de beginselloosheid van de neutralen, onlangs tot hun diepe schande aan het licht gekomen op hun conferentie in Belgrado. Je herinnert je misschien dat de Nederlandse buitenlandse politiek tot voor kort sinds mensenheugenis er een geweest was van neutraliteit zodra er iets vervelends gebeurde. Liever bloó Jan dan doó Jan was het motto, ook in 1939 toen de Duitsers in beweging kwamen. Je kunt met redelijke zekerheid zeggen dat als die niet zo gemeen waren geweest om over de grens te komen, Nederland beginselloos bibberend zou zijn blijven toezien hoe de aanval zich ontwikkelde op het bolwerk van vrijheid en democratie aan de overkant van de Noordzee.
Dat leek toen de enige zinnige politiek, maar twintig jaar later is men in Nederland zo beginselvast geworden dat men zich de neutraliteit eigenlijk helemaal niet meer voor zou willen kunnen stellen. Sommigen lukt het toch nog, maar bon ton is het niet, daar kun je zeker van zijn. Wie niet voor ons is,