broedsel van de hel werd veroordeeld en als het grootste gevaar voor geloof, kerk en samenleving werd beschouwd. Wat nu bij lezing van Mater et Magistra opvalt is dat deze scherpe veroordeling van het socialisme geheel ontbreekt, ja het woord wordt er niet eens in genoemd. Ongetwijfeld hangt dit samen met het feit dat het moderne socialisme, zoals dit ten onzent b.v. in de P.v.d.A. is georganiseerd, het marxisme als leer en levensbeschouwing geheel heeft losgelaten en zo kunnen we constateren dat het rooms-katholieke sociale streven en het moderne socialisme heel wat dichter bij elkaar gekomen zijn, ja elkaar misschien wel heel dicht genaderd zijn. Geprezen worden dan ook in deze encycliek ‘de arbeidersorganisaties en de vakverenigingen die in christelijke (d.w.z. rooms-katholieke) geest werkzaam zijn in verschillende delen van de wereld’. Maar, zegt paus Joannes, ‘onze vaderlijke tevredenheid omvat ook onze zonen, die als christen hun werkzaamheid wijden aan andere arbeidersorganisaties en vakverenigingen, waarin men zich laat leiden door de beginselen van de natuurwet en waarin de persoonlijke gewetensvrijheid wordt geëerbiedigd’. Wat zullen Geert Ruygers c.s. gegnuifd hebben toen ze deze woorden lazen! Want nog in mandement van de Nederlandse bisschoppen van 1954 werd met klem gewaarschuwd tegen het lid zijn van andere dan ‘katholieke’ organisaties...
The Economist heeft in de nieuwe encycliek een verschuiving naar links gezien en aan deze indruk kan men zich bij lezing m.i. moeilijk onttrekken. Want wel wordt in overeenstemming met Rerum novarum het recht op en de zedelijke waarde van de particuliere eigendom volkomen gehandhaafd, maar tevens wordt gezegd dat in de tegenwoordige tijd naar een zo groot mogelijke spreiding hiervan moet worden gestreefd en ‘vanzelfsprekend sluit het bovengezegde niet uit, dat ook de staat en andere publieke lichamen rechtmatig eigenaar kunnen zijn van produktiemiddelen, vooral wanneer het overwicht dat ze meebrengen zó groot is dat het, zonder gevaar voor de staat, aan particulieren niet kan worden toegestaan.’ Verder: ‘men moet er voor zorgen en met alle kracht naar streven, dat de economische tegenstellingen tussen de verschillende klassen
De tekeningenserie in dit nummer is van J. Hillenius
niet groter worden, maar zoveel mogelijk worden gereduceerd.’ De arbeiders dienen te delen in de winst van de onderneming en met instemming wordt Quadragesimo anno, de encycliek van Pius XI, die eveneens voortbouwde op Rerum novarum, aangehaald waar deze zegt ‘dat tenminste in de toekomst de voortgebrachte goederenovervloed slechts in billijke verhouding zich ophope bij hen die kapitaal bezitten, maar in voldoende ruime mate toestrome aan hen die arbeid presteren’. Had Quadragesimo anno (1931) echter nog een zeker evenwicht willen bewaren tussen kapitaal en arbeid en het ‘absoluut onrechtvaardig’ genoemd ‘wanneer een van beide de gehele opbrengst voor zich opeist, alsof de andere daartoe niet heeft bijgedragen’, thans schijnt de balans geheel naar de zijde van de arbeid te zijn doorgeslagen, ‘die, als directe uiting van de menselijke persoon, gaat boven het kapitaal, dat uiteraard een hulpmiddel is.’
Radicaal is ook de wijze waarop paus Joannes medezeggenschap van de arbeiders in de bedrijven bepleit. Deze is gebaseerd op ‘een eis van de menselijke natuur, dat hij die produceert ook de mogelijkheid heeft verantwoordelijkheid te dragen en door zijn arbeid zijn persoonlijkheid te vervolmaken.’ Met instemming wordt een woord van Pius XII geciteerd, die gezegd heeft: ‘De economische en sociale functie waarnaar ieder mens verlangt eist, dat de ontplooiing van de persoonlijke activiteit niet geheel afhankelijk is van de wil van een ander’. En daarom, al zal een onderneming een krachtige centrale leiding moeten handhaven, ‘hieruit volgt niet dat ze haar dagelijkse medewerkers mag verlagen tot louter stomme uitvoerders van de bevelen, die hun wensen en ervaring niet naar voren mogen brengen, maar zich passief dienen te houden, wanneer er beslissingen worden genomen aangaande hun arbeid.’ En wanneer we nu lezen, in De Tijd-de Maasbode van 4 september l.l., dat de voorzitter van de Nederlandse Katholieke Bond van Werknemers in industriële bedrijven ‘Sint Willibrordus’ ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan heeft gezegd dat hoewel de materiële situatie voor de arbeiders sterk is verbeterd, er van de erkenning van de menselijke waardigheid van de arbeider nog weinig is verwezenlijkt, ‘dat hij recht heeft als medemens en als medewerker subject van het arbeidsproces te zijn’, maar dit nog lang niet is, dan is duidelijk dat paus Joannes wel woorden heeft neergeschreven die in brede kringen aanslaan.
Ook het communisme wordt in de ency-