Transistor-boutade
Het lawaai van draagbare radio's op plaatsen, waar men liever in stilte verkeert, is voor vele diepe denkers het symptoom van het culturele verval, waartoe de welvaartstaat leidt. Het lawaai is hinderlijk, maar het is toch verkeerd de schuld te geven aan de ‘nozems met te hoge lonen en teveel vrije tijd’. Zij zijn de dupe van bijv. die radiofabriek, die bos, hei en veld als fraaie afzetgebieden beschouwt voor zijn ‘portable transistors’. De fabriek heeft er de volgende beeldroman uitgepeurd met echte foto's.
Een uiterlijk volwassen vrouw wandelt met haar uiterlijk volwassen echtgenoot. Het is prachtig weer. ‘Hè, wat heerlijk’, zegt de vrouw, ‘zo'n dag naar buiten.’ De man doet irritant zuinig: ‘Iedere andere middag ben ik het met je eens, maar vandaag mis ik de voetbalreportage’. Kort daarna. Het echtpaar zit, de vrouw spreekt: ‘Ach die sport... kijk liever om je heen en luister 's naar... Hé, wat gek, ik geloof, dat ik muziek hoor’. Het gezicht van de man klaart op als de veronderstelde bewolkte lucht: ‘Allemensen, dat is de voetbalmars. 't Komt daar achter die struiken vandaan... 'n ogenblikje’.
Volgende beeld. De man komt ook achter de struiken vandaan en staart indiscreet naar een jongeman, die op een plaid zit met een jonge vrouw, mooier dan honderden voetbalmarsen. De jongeman reageert abnormaal. Hij is niet verstoord, maar roept geestdriftig tot de indringer: ‘Aha, nog een voetbalenthousiast! Wilt U soms meeluisteren?’ De indringer wordt huichelachtig beleefd, op zijn manier dan: ‘Nou als 't niet te brutaal is: graag! Wat een fantastisch toestel.’ Voorstellen is er niet bij.
Dan: lofzangen op het radiootje, de fabriek krijgt pluim op pluim, totdat de jongeman roept: ‘Stil, de wedstrijd begint.’ Op dat moment komt de volwassen echtgenote, die alsmaar achter de struiken bleef, weer in het beeld. De jonge voetballiefhebber bevestigt nu zijn abnormaal reactievermogen door een absurde conclusie te trekken, die op niets is gebaseerd: ‘U en Uw vrouw zijn blijkbaar gek op voetbal.’ De mevrouw kan niets zeggen, want haar man is haar vòòr. Hij liegt haastig en geweldig: ‘Ja’ - hoewel mevrouw enkele beelden tevoren toch heeft gezegd: ‘Ach die sport...’. Dat is de tactiek van het fait accompli. Ontkennen is gevaarlijk, want het zou ruzie betekenen voor de verdere dag. En ten slotte: de verzoenende tweeëenheid is bereikt. Zij is buiten en pa heeft toch zijn voetbalreportage.
Na het laatste beeld van dit romannetje maakt de radiofabriek het toestel nog lekkerder door te vertellen, dat de transistor een ‘sportieve en charmante creatie’ is, niet uit een gewone serie, maar uit een ‘haute-couture serie’. Verrukkelijker fetishisme is niet mogelijk. De vrije natuur en een voetbalreportage uit een creatie op het modieuze niveau van Dior.
Het vervolg zou zo kunnen zijn: mevrouw nummer één verwacht niets meer van haar man, dat blijkt wel uit haar stilzwijgen, maar de lieve jonge vrouw zal spoedig een prooi worden van frustratie, slapeloos gaan woelen, innerlijke conflicten krijgen en er vandoor gaan. De directienozems en de reclamenozems van de radiofabriek zijn daarvan de schuld. Als straf eis ik: forse verlaging van salarissen, tan-