Korte commentaren
Toekomstmuziek
Het is nog steeds niet het moment om te juichen. Maar als Engeland zich vandaag of morgen aanmeldt voor het volledige lidmaatschap van de EEG, als Noorwegen en Denemarken vervolgens over dezelfde dam komen, als daarna Oostenrijk, Zweden en Zwitserland de lossere vorm van associatie verkiezen boven de tegenwoordige afzijdigheid, als bij de onderhandelingen tussen de zes, de drie en de drie - wat Portugal doet kan ons koud laten - de Berlijnse politieke crisis en de Engelse economische crisis als katalysatoren fungeren die de bereidheid om tot een uitgebreide EEG te komen vergroten, als dus datgene gebeurt wat op dit ogenblik waarschijnlijker is dan ooit tevoren, dan is dat een evenement van even groot belang als het Marshall-plan, de oprichting van de Navo en de verdediging van Zuid-Korea.
Niemand zal beweren dat een uitbreiding van de EEG met Engeland en twee Scandinavische landen aan de Nederlandse buitenlandse politiek te danken is, maar ook niemand zal ontkennen dat een voornaam doel van die politiek daarmee bereikt zou zijn. Een EEG van negen kan geen Franse EEG worden en ook geen Duitse. Wanneer Frankrijk, Duitsland, Italië, België en Luxemburg onder één hoed spelen, zoals in februari in Parijs onder die van De Gaulle, spelen wij in het vervolg in een voldoende zwaar wegend gezelschap onder een andere. Wanneer er foto's gemaakt worden van de EEG-regeringsleiders met hun ministers van buitenlandse zaken, zullen daarop in de toekomst ook enige niet-katholieke figuren staan, en hetzelfde geldt voor een Europees parlement. Wanneer wij huiveren bij de Europa-mystiek van sommige Fransen, Duitsers en Italianen zullen wij dat niet meer in cru onhandig Frans hoeven te laten merken, want de mystiek kan dan minder kwaad, de noord-west-scepsis is beter vertegenwoordigd en hoe meer Engels er aan de conferentietafel gesproken mag worden hoe kleiner voor ons de taalhandicap wordt. Ook de klacht der provincialen dat het Nederlands in Brussel en Luxemburg niet met voldoende eerbied behandeld wordt zal niet meer worden gehoord: de keuze tussen drie of zeven gemeenschapstalen zal namelijk een van de weinige punten zijn waarover niet lang gepraat hoeft te worden.
De keerkant van al dit moois is dat het moeilijker zal zijn negen nationale belangensferen met elkaar te verzoenen dan zes, dat de kunst van het verweven groter wordt naarmate het aantal draden toeneemt. Met de kansen op succes bij de Europese politieke en economische samenwerking zullen ook de risico's van mislukking stijgen. Meer dan vroeger zal daarbij het Nederlands belang samenvallen met dat van de EEG als afzonderlijke grootheid. Wij zullen ons kunnen concentreren op de rol van bemiddelaar, in de zekerheid dat voor Nederland de voordelen van het voortbestaan van een economische gemeenschap, mèt Engeland, Denemarken en Noorwegen, zwaarder wegen dan welke incidentele, voor ons nadelige EEG-beslissing ook.
K.L.P.