een terugtocht naar de vroegere stellingen - de fransen terug in hun omsingeling, de tunesiërs terug naar hun scherpschuttersposten.
Maar dit is een bevestiging achteraf, nadat de slachtoffers zijn gevallen. Had Bourguiba de zekerheid willen hebben dat zijn krachtmeting buiten de militaire sfeer zou vallen, dan had hij het karakter van deze actie duidelijker moeten omlijnen. De tactiek van het lijdelijk verzet biedt genoeg middelen om militaire kracht onschadelijk te maken door de inzet van ongewapende massa's.
Het is uit deze overwegingen wel duidelijk dat president Bourguiba zich gedrongen heeft gevoeld tot een politiek die niet de zijne is en die hij niet verstaat. Onzekerheid kenmerkte al geruime tijd zijn politieke manoeuvres, zoals in de wonderlijke Bourguiba-Keita-verklaring over het afrikaanse karakter van de Sahara, die twee volkomen tegenstrijdige uitleggingen toestond: steun aan het franse standpunt dat de Sahara niet integraal aan Algerije toekomt, en steun aan het algerijnse standpunt dat de fransen er geen zeggenschap meer over hebben. Onzekerheid bleek ook verder: het inroepen van amerikaanse steun, niet vooraf, maar na het débâcle (wat neerkwam op de invitatie maar vast enige prettige precedenten te scheppen voor Amerika's eigen marinebasis op Cuba), het dreigement met communistische bijstand, en de willekeurige maatregelen tegen franse eigendommen en franse onderdanen. Zoekt men naar de oorzaken van deze onzekerheden dan komen er andere verantwoordelijkheden opdagen, verder verwijderd van de actualiteit.
Een funeste tweeslachtigheid kenmerkt het tegenwoordige regiem in Frankrijk. President De Gaulle leeft in de wil om aan de ontwikkelingen zoal niet zijn conclusies dan toch zijn tempo op te leggen. Maar hij heeft een zeer beperkte greep op zijn bestuursapparaat, en is dus veel meer afhankelijk van dit apparaat dan hij zou willen erkennen. Dit is nagenoeg onvermijdelijk bij een eenmansregiem in een hoog-ontwikkelde staat - en zoveel te meer bij een man wiens karakter zoveel groter is dan zijn politiek talent. Hij heeft dan toegelaten en gesanctionneerd dat zijn ambtenaren de verhouding met Tunesië onherstelbaar hebben bedorven, enerzijds uit dépit tegen de supporter van Ferhat Abbas, anderzijds uit gemakzucht tegenover een partij die al te gewillig zijn verbondenheid met Frankrijk en zijn consideratie voor Frankrijk's ongemakken heeft gedemonstreerd. Het voortdurende bruskeren van Tunesië op het alledaagse diplomatieke niveau heeft het prestige van president Bourguiba blootgesteld aan erosie, en heeft het bourguibisme, deze voornaamste troef van Frankrijk in Noord-Afrika, geridiculiseerd. Vervolgens heeft Frankrijk verknoeid wat de apotheose van het bourguibisme had moeten zijn, de onderhandelingen met de algerijnen - verknoeid door
stugheid, door een overschatting van de eigen mogelijkheden, door een vergeefse poging om de algerijnen een rangorde van problemen op te leggen die de bestaansbasis van hun natie raakte. Deze factoren hebben president Bourguiba tot een beleid gebracht dat nu het karakter van een catastrophe heeft gekregen.
De vraag naar verantwoordelijkheid, naar schuld, is een netelige zaak, omdat het antwoord er totaal van afhankelijk is op welk punt in de keten der gebeurtenissen de schuldvraag wordt aangelegd. Speelt men het spel eerlijk, laat men wat onvoorzien was buiten beschouwing, houdt men de onderlinge causaliteiten in het oog, dan moet men noodzakelijkerwijs tot een verdeling van de verantwoordelijkheid komen. Ook