Zendtijd-formule
Het bestuur van de N.T.S. heeft besloten om met ingang van 1 oktober, wanneer de wekelijkse televisiezendtijd wordt uitgebreid tot 26 uur, een nieuwe wijze van produktie en samenstelling van haar programma's in te voeren. De N.T.S. moet ingevolge de zendtijdenbeschikking veertig pct. van het televisieprogramma verzorgen. Ondanks het gesputter van de bestuurderen van enkele omroepverenigingen houdt de staatssecretaris van o.k. en w. hieraan vast met bemoedigende hardnekkigheid. Na aftrek van journaal, sportjournaal, films en Eurovisieprogramma's (in totaal 8 uur) komt dit neer op 2 uur.
Overeengekomen is nu, dat de programmacommissie van de N.T.S. een keuze zal maken uit het totale programma-aanbod (alle ontworpen programma's dus) van de omroepverenigingen. De gekozen programma's worden uitgezonden en aangekondigd als programma's van de N.T.S.
Er is hier en daar wat schamper gereageerd op de nieuwe werkwijze. Men stelt het voor, alsof het slechts op een verhangen van de bordjes zou neerkomen. Er is natuurlijk ook al gezegd, dat het plan niet eerlijk zou zijn ten opzichte van de omroepverenigingen, die in hun mogelijkheid tot ‘vrije concurrentie’ belemmerd zouden worden. Voor het laatste argument ben ik ongevoelig. Het eerste heeft het karakter van een premature gevolgtrekking.
Het zal er helemaal van afhangen, hoe de formule wordt toegepast. In principe is zij toch wel als een stap vooruit te beschouwen, opent zij perspectieven voor een betere coördinatie en een evenwichtige programmabouw. Het zal bijvoorbeeld mogelijk zijn - of het ook zal gebeuren is een kwestie van interpretatie van het besluit - rubrieken die daarvoor in aanmerking komen een grotere frequentie, althans een meer bevredigende regelmaat te geven. Het zal ook mogelijk zijn met betrekking tot bepaalde programma's te komen tot werkelijke coördinatie, tot een systematisch geheel. Ik denk hierbij aan reeksen van documentaires met een verwant thema.
De formule als zodanig is in elk geval niet absurd zoals die voor het zogenaamde ‘gezamenlijke programma’ in de radio (grammofoonplaten, nieuws of concerten door de N.R.U.-orkesten - een kwestie dus van simpelweg streepjes zetten in de marge van de programmaschema's). Bij de mensen die voor de televisiesecties van de omroeporganisaties werken zijn er ongetwijfeld, die in de eerste plaats televisie willen maken. Zij zullen zich niet gefrustreerd voelen, als zij voor de N.T.S. moeten werken in plaats van voor de ‘eigen’ organisatie.
Tenslotte: er zal meer zendtijd komen dan die 26 uur. Het is niet uitgesloten dat het huidige ‘bestel’ eens een tweede televisieprogramma moet verzorgen. Er is geen reden te verwachten, dat de 40 percents-clausule dan verdwijnt. Het zal dan gaan om een veelvoud van twee uur. Met alle consequenties van dien.
H.S.