Lof van de vrije zaterdag
A.L. Schneiders
Dat het invoeren van de vrije zaterdag in ons knoestig land gepaard zou gaan met een koor van jammerklachten, ernstige beschouwingen en een hoop vermaan, dat was natuurlijk bij voorbaat zeker. Maar een enkel welwillend artikel daartussendoor, heel voorzichtig natuurlijk, zou mij toch niet helemaal hebben verbaasd. Nu, het eerste moet ik nog lezen en daarom schrijf ik het nu zelf maar op: ‘Lang leve de vrije zaterdag’.
Deskundigen zeggen dat er allerlei economische nadelen aan verbonden zijn. Zij zullen wel gelijk hebben, economen hebben altijd gelijk. Nu is de temperatuur van hun makro-troeteldier teveel opgelopen, straks, als die weer wat zal gaan zakken, zal er ongetwijfeld een inzinking worden gesignaleerd. Allicht. Overigens heb ik altijd geleerd dat op de lange duur de ontwikkeling naar meer vrije tijd ook uit economisch oogpunt heel mooi is, omdat het de natie dwingt tot consumeren en de ondernemers tot automatiseren en investeren. Ik dacht dat dat nu juist het hele doel van de economen was; omzetten meer en meer.
Maar ook als de deskundigen gelijk mochten hebben, ook als de dienstregeling ontregeld mocht blijven en de posterijen ontspoord, ik blijf voor de vrije zaterdag. Het is wel lastig wanneer de brieven en de treinen te laat komen, maar aan de andere kant is het juist heel glorieus; wij verkiezen de vrijheid boven het schema, wij gaan naar huis. Wat dus de economen ervan mogen zeggen, hoeveel gevaren onze zieleheilsfunctionarissen voor ons in de vrijheid weten te vinden, de vrije zaterdag is vooruitgang, een stap in de richting van een menswaardiger bestaan. Het is nogal de vraag of ieder dat precies zo ondervindt, maar het is wel zeker dat vrijwel alle arbeiders en klerken van laag tot vrij hoog - en dat is bijna het hele volk - met de vrije zaterdag blij zijn. Anders was het er ook zo vlug niet van gekomen, als een stille maar niet te stuiten revolutie van onderaf, die de leiders geheel bij verrassing heeft overspoeld. Wat een belachelijke afstand is er ook nu weer gebleken tussen de werkelijke, de ervaringswereld en het moeizame, stuntelige beeld dat onze opinievormers er ons dagelijks van doen toekomen. Men zou bijna geloven aan een chaotische gemeenschap van ongelukkigen, die om redenen van prestige de vrije zaterdag hebben afgeperst, maar die, diep in hun hart, eigenlijk weer graag aan het werk zouden willen gaan. Intussen zitten de objekten van hun beschouwingen aan het strand of in de berm; ontevreden, tevreden? Ik ben geen opiniepeiler, maar ik zou toch zeggen tamelijk tevreden. Het hangt nogal van het weer af, denk ik. Hoe dan ook, zij hebben het zelf gekozen, zij moeten het zelf weten, want zij zijn niet zo onmondig als de meeste moralisten wel zouden willen. Overigens, hadden die ook zoveel belangstelling voor het welzijn of de gevoelens van de massa's in de tijd voordat zij zich uit hun stegen hadden weten te bevrijden?
Ik ben voor de vrije zaterdag, want hij geeft niet alleen meer vrijheid, hij is ook een stap naar meer gelijkheid. Twee hele dagen van de week is de hiërarchie van buigende boden, jaknikkende klerken uit elkaar gespat. Ik merk het aan L., het hoofd van een kleine onderafdeling, een toch nogal onderdanig man. Hij had op de vrijdagmiddag voor de eerste vrije zaterdagmorgen nog een spoedopdracht moeten uitvoeren. Toen hij het gedaan had, sloeg hij met een klap zijn kast dicht en terwijl hij mij aankeek met een vreemde glinstering in zijn devote ogen, riep hij luid, bijna plechtig: ‘Ziezo’, alsof hij voor het eerst hardop en publiek zijn stem uitbracht. En neem nu de kleine bode B., die de postmappen rondbrengt. Dat is een muis met koperen knopen, een bosje vroeggrijs haar en ogen zo zwak als die van een axolotl. Hij loopt altijd op een holletje en doet erg zijn best, maar de zorg voor de stukken is hem soms bijna te zwaar. Ze komen dikwijls bij de verkeerde terecht en hij heeft de lastige muizeneigenschap alle papier dat binnen zijn bereik komt mee te willen sjouwen. Alles wat min of meer in de buurt van het mandje voor ‘uitgaande stukken’ ligt, loopt gevaar en ik heb mij dan ook genoodzaakt gezien een brede